maandag 30 november 2009

Sint-Martens-Latem mag zelfstandig stedenbouwkundige vergunningen leveren.

Latem 01 Vanaf 1 december is Sint-Martens-Latem de vijftiende Oost-Vlaamse gemeente die zelfstandig stedenbouwkundige vergunningen kan verlenen. De Pinte volgt daarmee het voorbeeld van Denderleeuw, Kruibeke, Evergem, Wetteren, Sint-Laureins, Stekene, Gent, Sint-Lievens-Houtem, Sint-Gillis-Waas, Kruishoutem, Gavere, Nazareth, De Pinte en Eeklo. Deze Oost-Vlaamse gemeenten voldoen aan de vijf voorwaarden van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). De vijf kwaliteitsvoorwaarden die moeten voldaan worden om zelfstandig vergunningen te verlenen, zijn het opmaken van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, het opmaken van een vergunningenregister, een plannenregister en een register van de onbebouwde percelen. Sint-Martens-Latem heeft nu ook een gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar.

Latem 04 Voor het vergunningenregister moet voor elk bebouwd perceel binnen de gemeente nagegaan worden wat er sinds 1962 op stedenbouwkundig vlak is gebeurd. Sint-Martens-Latem slaagde erin om deze omvangrijke taak te volbrengen. De gemeente leverde een niet te onderschatten prestatie, zowel naar inspanning als naar waarde en gevolgen. Concreet betekent dit dat voor aanvragen stedenbouwkundige vergunning (de vroegere bouwvergunning) en verkavelingsvergunning die vanaf 1 december ingediend worden, de gemeente geen verplicht advies meer moet vragen aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar van het agentschap Ruimtelijke Ordening (vroeger gekend als gemachtigde ambtenaar van de gewestelijke administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en landschappen). Burgemeester Vanmassenhove bedankte alle betrokken ambtenaren voor hun inzet, maar in het bijzonder Vanessa Colle die aan de registers het meeste werk besteedde. Zij werd door de burgemeester met een bloemetje bedacht.

Het provinciebestuur wil de gemeente Sint-Martens-Latem ondersteunen en nam het initiatief om op maandag 3 november een overleg te organiseren met de drie bestuursniveaus: gemeente, provincie en gewest. Op dit overleg werd tekst en uitleg gegeven door Jan Allaert, provinciaal ambtenaar. Hij gaf uitleg over de nieuwe procedure in eerste aanleg en in beroep, waarbij onder meer werd stilgestaan bij de strikte timing. Ook werd aandacht besteed aan de manier van informeren van de burgers. Gedeputeerde Hilde Bruggeman is enthousiast, zij ziet in de nieuwe werkwijze een betere dienstverlening naar de burger en een billijke verdeling van de openbare ruimte, iets dat ons allen ten goede komt. De nieuwe procedure heeft positieve gevolgen voor de bouwlustigen en verkavelaars van gronden in Sint-Martens-Latem. Zo moet de vergunning verleend en verzonden worden binnen de decretaal bepaalde termijn, zoniet is de vergunning 'stilzwijgend' geweigerd. Dat betekent een stimulans voor het vlot behandelen van de dossiers, wat elke aanvrager ten goede komt. Ook de manier waarop beroep kan ingesteld worden tegen de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen is grondig gewijzigd. De beroepsmogelijkheid wordt opengetrokken naar de aanvrager, het gewest, de adviesinstanties, en belanghebbende derden. Deze laatste moet wanneer er een openbaar onderzoek georganiseerd werd, wel een bezwaar ingediend hebben. Meer inlichtingen over de ontvankelijkheidvoorwaarden voor het indienen van een beroep vindt men terug op de website van het provinciebestuur: http://www.oost-vlaanderen.be/ruimtelijke_ordening of www.ruimtelijkeordening.be of http://www.arohm.be

Gent in de bres voor gezinnen die op straat terechtkomen

De Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG)voorspelt voor dit jaar een verdubbeling van het aantal uithuiszettingen per dag. Vlaams minister van Wonen, Freya Van de Bossche, erkent het probleem. Er is een duidelijk gebrek aan sociale betaalbare huurwoningen, te veel gezinnen staan op wachtlijsten, te veel gezinnen worden uit hun huis gezet. In Gent zijn dat er dagelijks twee. Vier op de tien Gentenaren huren een huis. Het Gentse stadsbestuur heeft zich het lot van de huurder altijd al aangetrokken, maar steekt nu nog een tandje bij. De huurprijzen kunnen niet zomaar dalen, de inkomens van de mensen kunnen ook niet zomaar opgetrokken worden, maar wie het moeilijk heeft, moet wel op de nodige steun kunnen rekenen.

Uithuiszetting gebeurt niet van vandaag op morgen; meestal gaat er een lange lijdensweg aan vooraf. De Gentse huurder moet met zijn problemen bij bemiddelingscentra terechtkunnen die fungeren als een centraal aanspreekpunt. De Stad Gent nam daarom het initiatief om de Centra voor Algemeen Welzijnswerk vanaf 2010 te betoelagen ter preventie van uithuiszetting. Die CAW’s hebben de taak te bemiddelen tussen huurder én verhuurder indien de moeilijkheden zich blijven opstapelen. Zo moeten gerechtelijke procedures vermeden worden. Er zal ook samengewerkt worden met andere welzijnsactoren zoals het OCMW om betalingsproblemen op te lossen. Dit komt huurder én verhuurder ten goede.

De Stad Gent wil prille en potentiële huurders ook waarschuwen voor de lasten en plichten van het huren van een woning. Daarom zijn schoolverlaters een belangrijke doelgroep. De Stad Gent zal vanaf 2010 de Huurdersbond Oost-Vlaanderen betoelagen om gerichte vorming te geven aan jonge mensen die van plan zijn om zelfstandig te gaan wonen. Een goede kennis van de wetgeving en een reëel besef van woonkosten zijn zeer belangrijk, wil men toekomstige woonproblemen vermijden.

Uiteraard wordt er ook gewerkt aan oplossingen aangaande het woningaanbod. Een optimale werking van de Sociale Verhuurkantoren (svk’s) is daarbij essentieel. De svk’s krijgen daarom, samen met het stadsontwikkelingsbedrijf AG SOB, bijkomende middelen om meer woningen kwalitatief te verhuren en om transitwoningen te voorzien voor wie in tijdelijke woningnood zit. Het aanbod sociale huurwoningen drastisch optrekken is een absolute noodzaak. Daartoe zal een woonbeleidsconvenant met Vlaanderen afgesloten worden. Door een fusie van drie huisvestingsmaatschappijen wordt één grote sociale huisvestingsmaatschappij opgericht, die slagkrachtig genoeg zal zijn om bijkomende sociale huurwoningen te bouwen en te verhuren.

Minister van Wonen, Freya Van den Bossche, heeft veel aandacht voor de private huurmarkt en de moeilijkheden van private huurders. Dat ze verhuurkantoren wil oprichten, biedt Gent de kans de beleidsnota wonen uit te voeren en een Gents Huurkantoor op te richten. Het doel is zowel de huurders als de verhuurders te ondersteunen. Een passend aanbod van gerichte diensten aan verhuurders kan ook oplossingen en meer mogelijkheden bieden aan de kleine verhuurder.

Enkele cijfers: Gent: 44% huurders en 56% eigenaars versus Vlaanderen 73% eigenaars en 27% huurders. Gent streeft naar minstens 1.800 bijkomende sociale huurwoningen de komende 10 jaar. De Huurdersbond Oost-Vlaanderen krijgt 50.000 euro subsidie van Stad Gent. CAW Artevelde in samenwerking met CAW Visserij: 75.000 euro subsidie van Stad Gent. SVK OCMW en SVK Woonfonds vzw en AG SOB: 220.000 euro subsidie van Stad Gent. De overeenkomsten met de CAW’s en Huurdersbond Oost-Vlaanderen zullen aan de gemeenteraad van december 2009 worden voorgelegd.

Uitreiking eerste Gentse Noord-Zuidprijs op slotfeest Belmundo

Afgelopen vrijdag 27 november werd in het Gentse Vredeshuis de eerste editie van Belmundo – Gent solidair met de wereld feestelijk afgesloten met de uitreiking van de eerste Gentse Noord-Zuidprijs. Schepen Tom Balthazar reikte de prijs uit aan vzw Viadagio voor haar project Gent-Bang. De prijs bedraagt 2.500 euro. Vzw Viadagio schenkt de geldprijs aan vzw Asha, die meewerkte aan het project Gent-Bang. Deelnemers aan Belmundo 2009 konden zich kandidaat stellen voor de Gentse Noord-Zuidprijs: een beloning voor de meest geslaagde en innovatieve activiteit die de internationale solidariteit in Gent onder de aandacht brengt en aanmoedigt. De jury evalueerde alle voorstellen en bezocht een hele reeks Belmundo activiteiten. Na ernstige beraadslaging werd de prijs toegekend aan de vzw Viadagio met het project Gent-Bang.

Met Gent-Bang bracht vzw Viadagio een vernieuwende en gewaagde activiteit. Een Bengaalse sloep werd omgebouwd tot een primitieve woonboot. Vier kunstenaars brachten elk een week door op de boot en creëerden nieuwe kunstwerken. De locatie in het centrum van Gent en de informatiepanelen op de brug tussen de Gras- en Korenlei verzekerden een groot bereik. De samenwerking met het Sint-Lucasinstituut voor het ombouwen van de sloep naar een woonboot vergrootte ook het draagvlak van het project. Het grensverleggende, vernieuwende en eigenzinnige karakter van het project waren voor de jury belangrijke elementen om het project Gent-Bang als eerste te rangschikken. Vzw Viadagio werkte voor dit project samen met vzw Asha en schenkt de geldprijs aan deze vereniging.

Asha staat in het Bengaals voor hoop. Het is een kleine Vlaamse vereniging die met fondsen van sympathisanten probeert om hoop te creëren op een aantal verschillende manieren. Asha financiert al een viertal jaar een dertigtal schooltjes waar ongeveer duizend kinderen (voornamelijk meisjes) schoollopen die omwille van economische redenen vrij vlug afhaakten binnen het reguliere onderwijs. Via een aangepast onderwijs- en maatschappelijk traject worden deze kinderen gedurende drie jaar ondersteund om terug aansluiting te vinden bij het onderwijs. Op beperkte schaal worden microkredieten en bedrijfsbegeleiding aangeboden om bewoners van sloppenwijken zonder enig toekomstperspectief, de kans te bieden om een zelfstandig een duurzaam leven uit te bouwen. Op die manier werden al een aantal winkeltjes en een visvijver uitgebouwd. Ook drie riksja bestuurders kregen een krediet om een koerierfiets aan te schaffen.

Vzw Asha investeerde tot slot in een naaiatelier. Een 16-tal medewerkers uit de sloppenwijken van Dhaka bouwden met de professionele begeleiding van vzw Asha een borduuratelier uit. Er wordt tafellinnen met een specifiek design gemaakt. De tafelkleedjes worden door Asha vrijwilligers in Vlaanderen gecommercialiseerd. Het project loopt al twee jaar en is quasi zelfbedruipend. Asha verzorgt de opleiding van de medewerkers, zorgt voor een gegarandeerd loon (bovenop het Bengaalse minimumloon) en werkt conform alle fairtrade principes.

De jury van de Gentse Noord-Zuidprijs benadrukte ook de inspanningen van VC Geuzenhuis met zijn Belmundo aanbod ‘Wereldkids Mumbai’. VC Geuzenhuis zette de themaweek Wereldkids Mumbai op de kaart. Op basis van bestaande methodieken en via het onlenen van passend materiaal slaagde het Geuzenhuis er in om een methodologisch zeer sterke activiteit neer te zetten. De themaweek rond India krijgt een pluim van de jury: er werd veel tijd en energie geïnvesteerd in het neerzetten van een correct beeld over India en de communicatie was verzorgd.

Een maand lang proeven van een solidair Gent. Dat is Belmundo

Van donderdag 15 oktober tot zondag 15 november 2009 liep de eerste editie van ‘Belmundo – Gent Solidair met de Wereld’. Een maand lang brachten heel wat Gentse organisaties in bijna zeventig activiteiten de wereld naar Gent. De brede variatie in het aanbod verzekerde voor elk wat wils: dans- en kookinitiaties, informatiesessies, pittige debatten en creatieve workshops. De Stad Gent organiseerde de activiteiten niet zelf, maar coördineerde het project. Belmundo is een initiatief van Noord-Zuidsamenwerking Stad Gent in samenwerking met Oxfam Wereldwinkels Gent, 11.11.11, Broederlijk Delen, Vredeseilanden, VIVA – SVV,
Wereldcentrum vzw, Vrienden van Cuba vzw en Intercultureel Netwerk Gent.

De activiteiten werden georganiseerd door een groot aantal Gentse organisaties. Niet al deze organisaties zijn dagelijks bezig met Noord-Zuid samenwerking. Ze zijn wel dagelijks op een of andere manier solidair met de wereld, in Gent of ver daarbuiten. Schepen Tom Balthazar: “Belmundo is een verrijking voor Gent. Het biedt een geheel van activiteiten waar iedereen aan kan deelnemen, het bundelt de solidaire krachten in onze stad en brengt de wereld naar Gent”.

Vlaamse KMO’s aan de slag met eco-efficiëntie

In 2006 lanceerde de OVAM een subsidieprogramma voor Vlaamse KMO’s: de Eco-efficiëntie scan. Een duizendtal Vlaamse ondernemingen zijn inmiddels doorgelicht op het vlak van eco-efficiëntie. Het doel: meer bedrijfsomzet met minder milieu impact. De eerste analyses wijzen op een succes: 92% van de deelnemende bedrijven ondernam actie. Die inspanningen resulteerden in een gemiddelde energiedaling met 8% en een daling van het waterverbruik met 4%. De geproduceerde hoeveelheid afval bleef stabiel, ondanks een toenemende productieomzet. Uiteindelijk bespaarde zowat elke deelnemende onderneming financiële kosten en vaart het milieu er ook goed bij. De OVAM is overtuigd van het nut van de Eco-efficiëntie scan en plaatst deze vanaf maandag online voor alle Vlaamse KMO’s op http://www.ovam.be/eco-efficientiescan

Als een bedrijf minder energie, water en materiaal gebruikt dan dalen de kosten en is het bedrijf meer competitief. Eco-efficiëntie betekent dus op zoek gaan naar winst voor het milieu én naar winst voor het bedrijf. De Eco-efficiëntie scan stelt ondernemers in staat de Eco-efficiëntie opportuniteiten binnen hun bedrijf te detecteren. In totaal onderscheidt de scan 35 verschillende ‘kansgebieden’ zoals energiebesparing, afvalpreventie, selectieve afvalinzameling, meten en monitoren, transport, management, … Meer ambitieuze ondernemingen kunnen ook werk maken van productontwikkeling en ecodesign of nemen samen met hun toeleveranciers de samenwerking binnen hun productketen onder de loep.

Een deelnemende onderneming werd twee keer opgevolgd: één keer na zes maanden en één keer ter plaatse één jaar na de scan. Na een jaar heeft 92% van de bedrijven actie ondernomen, maatregelen bestudeerd op hun haalbaarheid of investeringen gedaan om hun milieuprestaties te verbeteren. Die inspanningen resulteerden in een gemiddelde energiedaling met 8% en een daling van het waterverbruik met 4%. De geproduceerde hoeveelheid afval bleef stabiel, ondanks een toenemende productieomzet. Niet alleen de milieudruk per productie-eenheid daalde, ook de milieudruk in absolute termen daalde. De gemiddelde investeringskost die gepaard ging met de Eco-efficiëntie scan, bedroeg 62.783 euro. De terugverdientermijn van die investeringen bedraagt gemiddeld 4,8 jaar.

Veel ondernemingen waren tevreden over de systematische en gestructureerde aanpak van de Eco-efficiëntie scan. Omdat na afronding van het subsidieprogramma bleek dat 80% van de uitgevoerde maatregelen ook voor andere KMO’s van toepassing zijn, besliste de OVAM om een webmodule te creëren voor alle Vlaamse KMO’s. In deze online toepassing kan een bedrijf vanaf nu met een paar klikken met de muisknop zelf zijn Eco-efficiëntie opportuniteiten opsporen. Zowel productie- als dienstenbedrijven kunnen er terecht. De online webmodule wordt maandag 30 november gelanceerd in samenwerking met het Agentschap Ondernemen. KMO’s die meer informatie wensen bij de realisatie van de maatregelen, kunnen voor informatie, advies en ondersteuning terecht bij het Agentschap Ondernemen van hun provincie. Deze organisatie zorgt onder meer voor de link tussen het bedrijf en andere bedrijfsondersteunende instanties.

www.ovam.be/eco-efficientiescan
www.ovam.be/voorbeeldendatabank
www.agentschapondernemen.be

zondag 29 november 2009

Provincie Oost-Vlaanderen legt toekomst weekendverblijven Stekene vast

De Provincie Oost-Vlaanderen werkt al geruime tijd aan een rechtvaardige oplossing voor de problematiek van de weekendverblijven. Stekene, de gemeente waar deze problematiek het grootst is, werd aangeduid als pilootgemeente. Negen clusters met samen 229 weekendverblijven komen in aanmerking voor een opwaardering tot een zone voor recreatief verblijf. De overige clusters worden herbestemd naar een open ruimtebestemming (natuur, bos of agrarisch) doorgevoerd (uitdovend), of blijft de huidige open ruimtebestemming behouden. 521 geïnventariseerde verblijven zijn terug te vinden in deze categorie, 120 daarvan werden volledig illegaal en zonevreemd opgericht. Het gaat om samen 750 weekendverblijven. Voor elk van de 42 clusters weekendverblijven in Stekene werd de toekomstvisie aangegeven. Daarnaast werd eveneens onderzocht welke flankerende maatregelen nodig zijn om de gewenste visie ook op het terrein tot stand te brengen. Deze flankerende maatregelen gaan van het bepalen van het gewenste uitrustingsniveau, het vastleggen van voorkooprecht tot het aanduiden van compensatie woongebieden voor het aanbieden van alternatieve woningen aan permanente bewoners.

Gedeputeerde De Buck:: “De mogelijkheden die kunnen geboden worden aan weekendverblijven hangen sterk af van de omgeving waarin deze zich bevinden. Er werden zes deelgebieden in de gemeente Stekene afgebakend: Kanaal van Stekene, Bosgordel Wullebos, Omgeving Nieuwdorp, Bekaf, Hellestraat – Stropersstraat en Stropersbos”.

- Deelgebieden Nieuwdorp en Hellestraat - Stropersstraat zijn de gebieden met een relatief grote bebouwingsgraad en een woonfunctie. Aan de clusters weekendverblijven in deze zone werden meer mogelijkheden geboden. Het zwaartepunt ligt hier op de bestemming recreatief verblijf waar een permanente bewoning mogelijk wordt.
- Deelgebied Kanaal van Stekene: hier wordt recreatief verblijf mogelijk, gekoppeld aan het bestaande woonlint Stekene – Klein Sinaai.
- In het deelgebied bosgordel Wullebos primeren de hoofdfuncties bos en landbouw. Een recreatieve uitbouw is hier niet gewenst. Voor de bestaande, veelal illegale weekendverblijven, wordt een uitdoving voorgesteld. Bijkomende mogelijkheden op vlak van wonen kunnen hier niet.
- Ook in het deelgebied Stropersbos kunnen geen bijkomende mogelijkheden worden geboden. Het doel is hier te komen tot een aaneengesloten bos- en natuurcomplex. De draagkracht van de omgeving, die ook werd aangeduid als een habitatrichtlijngebied, is te beperkt. Weekendverblijven horen hier niet thuis.
- Voor het gebied Bekaf wordt de ontwikkeling als een parkbos voorgesteld.

Weekendverblijven, ook met een permanente bewoning, kunnen hier beperkt een plaats vinden. Ook deze omgeving, vooral naar de kern van het boscomplex toe, is echter kwetsbaar. De huidige situatie is niet duurzaam. In de visie werden daarom drie clusters geselecteerd gelegen langsheen de rand van het boscomplex waar een recreatief verblijf (met permanente bewoning) mogelijk wordt. Voor de overige clusters aan de rand van het boscomplex, worden beperkte mogelijkheden geboden, zij het binnen een open ruimte bestemming. Binnen de boskern kan enkel instandhouding van de bestaande vergunde verblijven.

Hoe gaat het nu verder?

Voor de gemeente Stekene worden één of meerdere ruimtelijke uitvoeringsplannen met bijbehorende plan MER (Milieu EffectenRapport) opgemaakt om de visie bestemmingsmatig te vertalen. In de loop van dat planproces zullen ook de flankerende maatregelen verder vorm krijgen. Deze visie kan eveneens gebruikt worden voor het verlenen van vergunningen. Tot slot is deze goedkeuring van de visie het startsein voor een open communicatie. Er wordt op korte termijn een rechtstreeks overleg gepland met de belangengroepen bij de problematiek van de weekendverblijven zoals Nationaal Komitee van de weekendverblijvers en vaste bewoners. Daarnaast wordt in samenspraak met de gemeente Stekene een informatiemoment voor de bewoners georganiseerd in de loop van de maand januari 2010.

Gedeputeerde De Buck: “Met betrekking tot de visievorming, is het pilootproject Stekene in principe afgewerkt. De werkwijze wordt nu verder gebruikt bij het aanpakken van de problematiek voor de overige gemeenten van Oost-Vlaanderen. Op 26 november 2009 keurde deputatie ook al visies voor de 'beperktere' problematiek van de weekendverblijven in de gemeenten Knesselare en Moerbeke goed”. De Provincie Oost-Vlaanderen werkt al geruime tijd aan een rechtvaardige oplossing voor de problematiek van de weekendverblijven. In de eerste plaats werd in de loop van 2005 een inventarisatie uitgevoerd. Hieruit bleek dat het zwaartepunt van de problematiek gesitueerd ligt in het Waasland. Stekene, de gemeente waar de problematiek met meer dan 750 verblijven het grootst is, werd aangeduid als pilootgemeente.

De tweede stap bij het bereiken van een oplossing, was het bepalen van een werkmethode. Er werd beslist om komaf te maken met de bestemming 'zone voor verblijfsrecreatie' en op termijn te komen tot het principe 'waar gebouwd mag worden, mag gewoond worden'. Bovendien werd bij het bepalen van de werkmethode beslist om geen mogelijkheden te bieden aan weekendverblijven die illegaal én zonevreemd werden opgericht. Vier mogelijke bestemmingen voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie werden vastgelegd: wonen, recreatief verblijf, open ruimte en camping / bungalowpark. Binnen de bestemmingen 'wonen' en 'recreatief verblijf' zal de mogelijkheid tot een permanent verblijf worden ingeschreven in de voorschriften. Binnen de categorieën open ruimte en camping kan wonen enkel indien de bewoners beschikken over een tijdelijk of aanvullend woonrecht zoals dat decretaal werd voorzien tot maximaal 31 december 2029.

Minister Joke Schauvliege doopt Gentse waterboot

Waterboot 05Afgelopen vrijdag 27 november bracht Vlaams minister Joke Schauvliege een bezoek aan de Gentse haven. De minister maakte samen met de Gentse Havenschepen Christophe Peeters een havenrondvaart en doopte als meter de nieuwe waterboot van het Havenbedrijf Gent. Christophe Peeters, voorzitter Havenbedrijf Gent: “De minister maakte kennis met de diverse activiteiten in de haven zoals de scheepvaartbegeleiding, het beheer van het grondgebied en de infrastructuur. De minister kreeg ook toelichting over de diverse soorten bedrijven die in de haven aanwezig zijn. Uiteraard kwam ook de verbetering van de toegang tot de haven met een nieuwe tweede zeesluis aan bod”. Als minister bevoegd voor leefmilieu en natuur kreeg ze toelichting over onder meer de buffer- en koppelingsgebieden aan het Kluizendok, het beheer van het buffergebied rond het bedrijventerrein Moervaart-Noord door Natuurpunt en de cluster van bedrijven die biobrandstoffen produceren. Daan Schalck, directeur-generaal van het Havenbedrijf Gent. “Ook initiatieven van het Havenbedrijf op het vlak van duurzaamheid werden aangehaald zoals het passiefkantoor en het rietveld aan het administratiegebouw en het geplande laagenergie gebouw voor bezoekers en de schipperij aan de Rigakaai werden toegelicht”.

Minister Joke Schauvliege: “De haven van Gent is mij uiteraard niet onbekend. De afgelopen tien jaar was ik als parlementariër betrokken bij verschillende dossiers zoals de tweede zeesluis. Als inwoner van Evergem en voormalig schepen van Ruimtelijke Ordening en Natuurontwikkeling heb ik ook de dossiers van het Gentse Kluizendok en de buffer- en ontwikkelingsgebieden mee opgevolgd. Als minister van Leefmilieu hecht ik veel belang aan het duurzaamheidbeleid van de Gentse haven. Zo kunnen bijvoorbeeld sommige zeeschepen die de Gentse haven aandoen en met milieuvriendelijke brandstof varen een deel van hun milieubijdrage terugkrijgen. Ook voor het scheepsafval van de zeeschepen is er een uitgebouwd systeem in de Gentse haven. Dat zijn mooie voorbeelden van het milieuvriendelijke beleid van de Gentse havenautoriteiten.”

Waterboot 08 Als afronding van het bezoek doopte de minister als meter de nieuwe waterboot Aquarius van het Havenbedrijf Gent. Het Havenbedrijf staat met waterboten immers in voor de levering van drinkwater aan zeeschepen en riviercruiseschepen. De Aquarius vervangt de oude Waterboot. Minister Joke Schauvliege: “Ik ben vereerd meter te zijn van de nieuwe waterboot van de Gentse haven. Dat de boot minder vervuilend is dan de oude kan ik als minister van Leefmilieu alleen maar toejuichen”. De Aquarius beschikt over vier roestvrijstalen tanks van elk 60 m³. De waterboot is 32 meter lang en 6 meter breed. De stuurlui beschikken over alle hedendaagse navigatie- en meetapparatuur en een stuurhut die gasdicht is. De boot heeft verder een laadarm voor de waterslangen, een grote manoeuvreerbaarheid en een ruime machinekamer. De Aquarius werd gebouwd door Carron Marine voor de prijs van 1,2 miljoen euro. De Aquarius heeft een ruim takenpakket: drinkwater voorzien, vervuiling op het water en van schepen opruimen, patrouilleren, branden blussen en rondvaarten verzorgen. In 2008 leverde het Havenbedrijf 38.860 ton drinkwater aan 772 schepen (702 zeeschepen en 70 riviercruiseschepen).

zaterdag 28 november 2009

Drukkerij St-Luc wint Oost-Vlaamse Prijs Gelijke Kansen

Gelijke Kansen 2009 (12)De Provincie Oost-Vlaanderen reikte al twee maal een Prijs Gelijke Kansen uit aan een organisatie die zich speciaal inzet voor de bevordering van Gelijke kansen. In 2003 was die prijs naar het gemeentebestuur van Oosterzele voor haar beleid rond Gelijke kansen. In 2006 ging de prijs naar het Gentse bedrijf Tower Automotive, een toeleveringsbedrijf uit de metaalsector, vanwege van zijn divers personeelsbeleid. De Provinciale Prijs Gelijke Kansen 2009 van Oost-Vlaanderen gaat naar Drukkerij St-Luc uit Nazareth. Drukkerij St-Luc ontwikkelde een instapbeleid voor kansengroepen, met aangepaste rekruteringskanalen, een onthaalbeleid en opleidingsmogelijkheden. Troef is volgens de provincie dat het bedrijf geen social profit organisatie is, maar een privé-onderneming waar 77 mensen werken en die behoorlijke bedrijfsresultaten kan voorleggen. Fanny Dhondt, bestuurder en personeelsverantwoordelijke nam de prijs in ontvangst uit handen van gedeputeerde Eddy Couckuyt.

De drukkerij haalde het van vier andere genomineerden: X-trans, een transportonderneming uit Aalter, Welzijnsschakel Horizont uit Lokeren, het Kunstencentrum Vooruit uit Gent en Hogeschool Sint-Lucas Architectuur uit Gent. De genomineerden werden gekozen uit 23 dossiers, die de bedrijven zelf konden indienen. De prijs werd in 2003 voor het eerst uitgereikt aan het gemeentebestuur van Oosterzele. Oorspronkelijk lag de nadruk vooral op initiatieven rond gelijke kansen voor man en vrouw. Sinds 2006 werd de prijs uitgebreid naar gelijke kansen voor een groot aantal kansengroepen. Dit jaar is het niet anders: er werd gefocust op een brede waaier van mogelijke initiatieven en werkingen.

Het drukkerij ontving tijdens een feestelijke avond een bronzen beeldje van beeldhouwer Frans Wuytack. De muzikale omlijsting werd verzorgd door de Gentse coverband Combo Caliente. Zij kondigden de sprekers op gepaste wijze aan en zorgden achteraf tijdens de receptie oor een aangepaste sfeermuziek. Wereldwinkel en Duet (sociaal economisch bedrijf) verzorgden de receptie achteraf. Beeldhouwer Frans Wuytack (75), voormalig priester-arbeider, kent als geen ander de kunst om te begeesteren. Een drang om ruimte te creëren zodat vrijheid kan verschijnen karakteriseert zijn beeldhouwwerk en gezinsleven.

Zin en onzin van het Offerfeest.

Het Offerfeest of slachtfeest is het tweede ‘Id-feest in de Islam. Het wordt gevierd ter nagedachtenis aan de profeet Ibrahim, die bereid was zijn zoon te offeren in opdracht van God. De meeste moslims nemen aan dat het gaat om zijn zoon Ismaïl. Op die dag worden door moslims dieren ritueel geslacht, doorgaans een schaap of een rund. Volgens cijfers van het Federaal Voedselagentschap, dat toeziet op de regels bij het ritueel slachten, zijn er tachtig tijdelijke slachtplaatsen ingericht: 63 in Vlaanderen, 13 in Wallonië en 4 in Brussel. Vlaams minister Geert Bourgeois vraagt de gemeenten uitdrukkelijk om geen gedoogbeleid te voeren voor thuisslachtingen tijdens het Offerfeest. Volgens Bourgeois zijn thuisslachtingen uit den boze. Het grootste probleem bij het Offerfeest is het onverdoofd slachten van dieren, vaak op amateuristische wijze, waardoor het dierenwelzijn op grove wijze geschonden wordt.

Michel Vandenbosch, voorzitter van Gaia en ADWA, de Adviesraad Dierenwelzijn Antwerpen ziet het slachten met lede ogen aan: “ Moslims houden zich vaak niet eens aan hun eigen halal voorschriften. Een schaap niet mag zien hoe een ander schaap wordt gekeeld, de schapen staan er nochtans met hun snuit naar elkaar. Neen, lachen en plezier maken terwijl ze dieren kelen waar hun kinderen bij staan. Het Offerfeest is gewoon een islamitische variant van onze Vlaamse kermis maar dan met dierenleed met een geloofssaus”. Een islamitisch slachter verdedigt zich: “Onverdoofd slachten of kelen is de meest humane vorm om een offerdier te doden. Dit in tegenstelling tot het doodschieten. Qua hygiëne is het onverdoofd slachten niet te evenaren. Het bloed stroomt tot de laatste druppel uit het lichaam van het geslachte dier waardoor het vlees niet besmet wordt. Islamitisch slachten is diervriendelijk. Nu nog de schapen overtuigen.

In Gent zijn het gemeenteraadslid Johan Deckmyn en fractievoorzitter Tanguy Veys (Vlaams Belang) die de kat (of het schaap?) de bel aanbonden met een onaangekondigd bezoek aan de Gentse slachtvloer in de Maïsstraat. De slachting moet uitgevoerd worden door een slachter die erkend is door Moslimexecutieve. Het slachten gebeurt daarbij volgens de islamitische voorschriften. De voorschriften eisen een grote behendigheid van de slachter, die alle vermijdbare opwinding of pijn van het dier moet vermijden. Het dier moet met zachtheid behandeld worden en mag het mes niet te zien krijgen. Deckmyn en Veys beweren dat meerdere eigenaars van schapen, en niet de erkende slachters, de rituele slachting uitvoeren. Dit is onwettig en zorgt er voor dat in bepaalde gevallen de slachting fout uitgevoerd werd, waardoor het dier een lange en bloederige doodstrijd leed. Hiertegen werd niet opgetreden door de nochtans aanwezige inspecteurs. Tanguy Veys: “Blijkbaar zijn wetgeving en dierenwelzijn niet belangrijk als die moeten nageleefd worden door moslims”. Detail: dit jaar konden beide heren hun bezoek afleggen omdat ze hun bezoek niet aangekondigd hebben, hetgeen ze vorig jaar wel deden. Toen weken de organisatoren geen voet van de Vlaams-Belangdelegatie en konden geen inbreuken vastgesteld worden…

Een ander probleem zijn de recente diefstallen van schapen, voorafgaand aan het Offerfeest. Dit toont aan dat de stelling van Michel Vandebosch (GAIA) hout snijdt: in onze westerse maatschappij is het massaal en collectief slachten van vele duizenden dieren een compleet nutteloze bezigheid. Jongere moslims voelen steeds minder voor deze wrede en bloedige bezigheid. Het slachten op zich vormt geen probleem, als het correct gebeurt, maar een aantal maatregelen dringen zich op. Het beperken van het aantal slachtvloeren, een strenger toezicht op het slachten, een controle op de gezondheid en de afkomst van de dieren en toezicht op misbruiken moeten het aantal amateuristische en niet reglementaire slachtingen verminderen.

Guido Van Peeterssen

vrijdag 27 november 2009

Gemeenschappelijke meldkamer voor de hulpdiensten van de provincie Vlaams-Brabant.

Op vrijdag 27 november werd de gemeenschappelijke meldkamer voor de behandeling van de oproepen 100 en 101 van de hulpdiensten van de provincie Vlaams-Brabant officieel geopend te Leuven. De Regie der Gebouwen huurt hiervoor 1.595 m² kantoren en specifieke lokalen op de Philipssite te Leuven. De noodoproep 100 hangt af van de Civiele Veiligheid (FOD Binnenlandse zaken) en was voorheen gehuisvest in de brandweerkazerne te Leuven. De noodoproep 101 wordt beheerd door de federale politie en was gehuisvest in het politiehuis op de Philipssite te Leuven. Om verschillende redenen drong de centralisatie van beide diensten op één en dezelfde plek zich op. Uiteindelijk werd gekozen om beide hulpdiensten samen te brengen in het Ubizengebouw op de Philipssite te Leuven.

Deze centralisatie verhoogt de efficiëntie en functionele werking van beide diensten en komt de burger ten goede. Het uiteindelijke doel is om de fusie van beide meldkamers tot één oproepnummer te realiseren en te evolueren naar een geïntegreerde meldkamer (nieuw oproepnummer 112 dat in alle Europese landen hetzelfde zal zijn). De gehuurde kantoorruimte bevindt zich op korte afstand van het Federaal Administratief Centrum waar de technieken ASTRID zich bevinden. De keuze voor de huisvesting van de gemeenschappelijke meldkamer in het Ubizengebouw was dus een logische keuze.

De Regie der Gebouwen paste de gehuurde ruimtes aan om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften voor de meldkamers van de hulpdiensten. Zo werden specifieke werken uitgevoerd inzake elektriciteit, HVAC, brandpreventie, veiligheid (toegangscontrole, sassen, toezichtslokalen, beveiligde deuren, ) en telecommunicatie (serverlokaal, concentratielokalen, videofoon, voice en data, …). De ingehuurde ruimte werd ook op modulaire wijze ingericht.

Technische fiche
Eigenaar: Campus Parkpoort NV
Huurder: Regie der Gebouwen (ten behoeve van de Federale politie en de FOD Binnenlandse Zaken)
Gebruiker: Federale politie (oproepnummer 101) & Civiele Veiligheid (oproepnummer 100)
Ingehuurde kantooroppervlakte: 1 595 m²
Ingehuurde logistiek ruimte: 150 m²
Jaarlijkse huurprijs: 313.631 euro (eerste 9 jaar), vervolgens 258.176 euro

Tentoonstelling Jaap Kruithof. Omgaan met de dingen

Op donderdagavond 3 december opent in het Huis van Alijn tijdens de derde Gentse Museumnacht de bijzondere tentoonstelling 'Jaap Kruithof. Omgaan met de dingen'. Het Huis van Alijn gaat een filosofische museumnacht in. Jaap Kruithof (1929-2009) krijgt er het woord. Vlaanderen kende hem als een geëngageerd filosoof en opiniemaker. Kruithof was niet alleen een bevlogen intellectuele dwarsligger maar ook een gepassioneerde verzamelaar. Geheel in eigen stijl beschouwde hij zijn verzameling als een strijd voor het behoud van de dingen, als een uiting van zijn niet-aflatende kruistocht tegen de Westerse consumptiemaatschappij. Deze tentoonstelling laat het museum op zijn grondvesten daveren. De hele avond lang is er voer voor discussie, bij een drankje en hapje in het ‘Filosofisch Tuincafé’.

Meer dan twintig jaar lang verzamelde Kruithof gepassioneerd het leven en zocht op rommelmarkten en in kringloopwinkels naar voorwerpen. Hij beschouwde zijn verzameling als een strijd voor het behoud van de dingen. Museum Primrose kan ook gelezen worden als een uiting van zijn niet-aflatende kruistocht tegen de westerse consumptiemaatschappij. De filosoof Kruithof schudt met zijn installatie stevig aan onze mouw. Deze tentoonstelling doet u stilstaan bij de relatie tussen de mensen en de dingen. Na afloop van de tentoonstelling verhuist de verzameling naar het MAS - Museum aan de Stroom te Antwerpen waar ze een definitief onderkomen krijgt.

De tentoonstelling in het Huis van Alijn loopt tot zondag 21 maart 2010. Na afloop wordt de verzameling opgenomen in de collectie van het MAS – Antwerpen. Tijdens de Museumnacht blijft het Huis van Alijn open tot 01 uur. Vanaf 18 uur is de toegang gratis. Zie ook website over de Museumnacht www.figuresandfacts.be en www.facebook.com/huisvanalijn

donderdag 26 november 2009

Finales provinciale popconcours nu zaterdag 28 november

Sinds september vinden in elke Vlaamse provincie en Brussel de provinciale popconcours plaats: FrappantPOP (Antwerpen), Westtalent (West-Vlaanderen), Limbomania (Limburg), Rockvonk (Vlaams-Brabant), Het Kampioenschap van Brussel (Brussel) en het Oost-Vlaams Rockconcours . Uit de meer dan 700 inschrijvingen die binnenliepen via het online muziekplatform vi.be kozen professionele jury’s in totaal 256 bands die zich live mochten bewijzen in 50 voorrondes en halve finales. Voor de organisatie van de concours werken de provinciale overheden samen met tal van jeugdhuizen en concertzalen over heel Vlaanderen, wat van de provinciale popconcours een van de grootste muziekconcours van Vlaanderen maakt.

De zenuwen gieren momenteel door menig muzikantenlijf, want nu zaterdag vinden de finales plaats, en weten we wie er een claim to fame op zak heeft. Voor het eerst vinden de finales van alle concours plaats op 1 dag. De 50 finalisten strijden er dan om de podiumplaatsen in enkele van de beste concertzalen van het land: Ancienne Belgique (Brussel), Muziekodroom (Hasselt), Het Depot (Leuven), Trix (Antwerpen), De Kreun (Kortrijk) en Vooruit (Gent). Los van de prijzenpot die elke winnaar in de wacht sleept, komen alle finalisten ook terecht in het project 100% Puur – Pop uit de provincies. Daarmee maken ze twee jaar lang kans op speelkansen in clubs, jeugdhuizen, en op festivals.

De provinciale popconcours worden georganiseerd door de provinciale overheden, met de steun van Poppunt, Studio Brussel en JIM. De provinciale popconcours waren de eerste wapenfeiten voor heel wat bands en muzikanten als The BlackBox Revelation, Steak n°8, Team William, Sioen, Jasper Erkens, The Violent Husbands, The Galacticos, Balthazar, en vele anderen. Drie weken na de bloedstollende finales van nu zaterdag 28 november, vindt op zaterdag 19 december Best of the Best plaats. Heeft elk concours zijn terechte winnaar? Doe zelf de test en ontdek alle winnaars, hét muzikale talent van morgen, tijdens een benefietconcert voor Music for Life van Studio Brussel in de Gentse Handelsbeurs. Link: www.100procentpuur.be

Fonds Jan Filliers krijgt steun van Koning Boudewijn Stichting

Filliers 08 Afgelopen woensdag 25 november werd in Deinze het fonds Jan Filliers voorgesteld. Het fonds getuigt van de warme persoonlijkheid van Jan Filliers die vorig jaar op 31 oktober op een tragische manier om het leven kwam tijdens een rondreis in Egypte. Dominique Delbecque, echtgenote van wijlen Jan Filliers: “Het Fonds zal jongeren tussen 12 en 18 jaar ondersteunen die als slachtoffer van een verkeersongeval blijvend gehandicapt zijn. Het is de bedoeling om de jongeren te helpen weer de draad op te nemen en een zo normaal mogelijk leven te leiden. Voor de ene is dit een aangepaste prothese, voor de andere een speciaal toetsenbord. Elke situatie wordt apart bekeken”. Het fonds kreeg ondertussen al heel wat steun en de familie buigt zich ondertussen over een aantal initiatieven.

Niet alleen Jan was slachtoffer van dit ongeval. Ook echtgenote Dominique en hun vier kinderen geraakten betrokken bij dit busongeval waar vijf andere toeristen ter plaatse stierven. Medestichter Christan Agneessens. “Het fonds zal ook het gezin en zoon Laurent steunen, evenals alle jongeren die een handicap moeten dragen. Om alles in goede banen te leiden hebben wij de Koning Boudewijn Stichting aangesproken”. Persverantwoordelijke Josse Abrahams: “De Koning Boudewijn Stichting heeft een filantropisch centrum dat meer dan 500 fondsen zoals het Fonds Jan Filliers begeleidt. Er is bovendien een verschuiving: steeds meer mensen wachten niet meer tot ze overlijden maar staan een deel van hun vermogen af en richten daarmee, zoals de familie Filliers, een fonds op. Zo helpen ze acute noden te verlichten”. De Koning Boudewijn Stichting heeft een vertegenwoordiger in het Fonds Jan Filliers en zorgt voor steun en advies waar nodig Link: http://www.kbs-frb.be.

Bernard Filliers zegt dat de stokerij uiteraard bereid is in dit Fonds te investeren. Eerst werden het personeel en de vrienden en kennissen op de hoogte gebracht: de reacties waren zeer enthousiast. Er was ook een dankwoord voor mensen die het fonds effectief steunden zoals Jona Tallieu en de drukkerij Vermaercke. In een volgende fase wordt een evenement ter ondersteuning georganiseerd. Burgemeester Jacques De Ruyck: “De stad Deinze is steeds bereid om goede initiatieven te steunen. Dat kan logistieke steun zijn, maar ook financieel zijn. Dat laatste moet echter in de begroting opgenomen worden. Het is ook zo dat Deinze heel wat preventieve acties neemt, verkeersveiligheid is daar een van. Maar de familie Filliers kan steeds rekenen op onze steun”.

Ondertussen zijn er al een hele reeks acties als eerbetoon aan Jan Filliers georganiseerd. Eerst was er een ontroerende plechtigheid in de dekenale OLV kerk op de Markt in Deinze waar ruim 1.500 aanwezigen op gepaste wijze een hulde brachten aan Jan Filliers. Op 9 augustus werd de Jan Filliersroute ingereden, een initiatief van radio Tequila. Om in de toekomst evenementen te organiseren werd een werkgroep opgericht. Giften vanaf 30 euro zijn fiscaal aftrekbaar en wie een passend evenement wil organiseren om geld in te zamelen wordt verzocht het fonds te contacteren. En als men een deel van de verantwoordelijkheid wil opnemen kan men zich steeds melden als structurele partner. Meer info op www.fondsjanfilliers.be

Containerschip Charlotta voor het eerst in haven van Gent

Op woensdag 25 november meerde het nieuwe schip Charlotta in het Kluizendok af bij Ghent Container Terminal. Het schip komt een honderdtal containers opladen, goed voor zowat 200 TEU goederen. “Ook Gent stond als tussenstop op het programma en dat is voor dit schip meteen een primeur”, vertelt Daan Schalck, directeur-generaal van het Havenbedrijf Gent. “Bovendien wordt de Charlotta verder ingezet op de recent gestarte lijn vanuit de Gentse haven naar het Middellandse Zeegebied. We zijn opgetogen dat deze bijkomende, regelmatige maritieme lijndienst verder wordt ingevuld. Een goede zaak voor Gent dus”, aldus Christophe Peeters, voorzitter van het Havenbedrijf Gent.

Tom Weemaes, General Manager van Containerships Belgium: “Het schip werd op 23 november in dienst genomen in de haven van Teesport in Noordoost Engeland. Van daaruit ging het richting Rotterdam en vervolgens naar Gent. Vanuit Gent vervolgt het schip haar reis naar de haven van Piraeus in Griekenland. Met het containerschip Charlotta wordt de nieuwe, 10-daagse aanloop vanuit Gent richting Middellandse Zee verder ingevuld.”

De Charlotta vaart onder de Luxemburgse vlag. Het is 168 meter lang en 27 meter breed. Het heeft een diepgang van 9,50 meter, een draagvermogen van 17.861 DWT en een capaciteit van 1.421 TEU. Deze nieuwkomer maakt deel uit van de vloot van de Finse rederij Containerships, met hoofdkwartier in Helsinki. Dit familiebedrijf werd in 1966 opgericht en telt een 500-tal werknemers in 20 kantoren in 16 landen over heel Europa en Turkije. Link: http://www.containershipsgroup.com

woensdag 25 november 2009

Gentse combitaks wordt afgeslankt

Toen de politie twee weken geleden op het Gentse Sint-Pietersplein 409 linkse betogers oppakte was het hek van de dam. Nadat een groepje uiterst linkse betogers zich mengde met een aantal voorbijgangers en het tot ongeregeldheden kwam greep de politie vrij radicaal in. Volgens de politie was dit de enige manier om de onlusten te stoppen. De betogers riskeerden daarbij om ook de combitaks van 100 euro te moeten betalen. Dat leidde tot heel wat protest, vooral uit linkse hoek. Vlak voor de gemeenteraad verspreidde Jong Groen een pamflet dat stelde dat de politie zwaar over de schreef was gegaan. Ook het aantal arrestaties was niet in verhouding tot het aantal betogers, om van de behandeling niet te spreken. Voornaamste eisen waren verontschuldigingen van de burgemeester en de afschaffing van de combitaks met terugwerkende kracht.

Burgemeester Daniël Termont had begrip voor de eisen en sprak de betogers toe: “Ik heb zelf vaak meegestapt in antifascistische betogingen. Maar als burgemeester moet ik de rechten van iedere burger waarborgen, links of rechts. Ik kan dus rechtse betogingen evenmin weigeren als linkse. Aan de andere kant wil ik niet dat wie uitkomt voor zijn mening een boete krijgt. Dat is niet democratisch”. Wie echter opgepakt wordt voor openbare dronkenschap of zich misdraagt en geweld pleegt en dan met de combi wordt zal nog steeds die 100 euro moeten ophoesten. De voornaamste eisen van de actievoerders waren daarmee vervuld. Reactie van de burgemeester via De Standaard.

Filip Watteeuw van Groen! heeft een voorstel klaar om de combitaks helemaal af te schaffen. Daar had burgemeester Termont geen oren naar: “Dan gooien we het kind met het badwater weg, en dat kan niet. Er komt een voorstel waarbij de combitaks niet meer geldt voor betogingen. Dat kan zelfs met terugwerkende kracht, in 2008 waren er ook heel wat mensen opgepakt na een betoging”. Het is zo dat de overheid heel wat taksen en belastingen oplegt. Goed bedoeld want ze pakken een bepaald probleem aan, maar soms schieten ze hun doel voorbij. Neem nu de taks op ongeadresseerd drukwerk: nog nooit heeft de burger zoveel reclame in de bus gehad. Is de taks te laag of zijn er te veel uitzonderingen? Of het gaat om het vervoer van arrestanten of om het ophalen van oud papier: de burger betaalt ervoor.

dinsdag 24 november 2009

Personeelsplanning bij Vlaamse overheid staat nog niet op punt

Al in de jaren negentig startte de Vlaamse overheid met een personeelsbeleid op basis van personeelsplannen. Zij heeft dat beleid volgens het Rekenhof echter onvoldoende consequent uitgewerkt en uitgevoerd. Zo gaf zij nooit duidelijk aan wat ze met de personeelsplanning beoogde. De bewaking van de personeelsplannen van de overheidsentiteiten concentreert zich op de rapportering, maar die is nog onvoldoende geregeld. Het beleid verliest bovendien aan coherentie door de beslissing waarmee de Vlaamse Regering sinds 2003 een status-quo in de overheidstewerkstelling nastreeft. Ook daarin slaagt zij echter niet. Sinds 2004 steeg het aantal personeelsleden bij de Vlaamse overheid met 10%. Ten slotte kwamen de personeelsplannen na de recente herstructureringen in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid maar traag tot stand en ontbreekt het aan kwaliteit.

Het personeelsplanningsbeleid startte in 1993 met het HOOP project (homogene organisatie en ontwikkelingsplannen). In 2000 gaf de Vlaamse Regering voorrang aan personeelsplannen boven personeelsformaties. Eind 2001 bleek echter dat de plannen de personeelsbezetting en -kosten deden stijgen. Daarom besliste de regering in principe geen bijkomende weddenkredieten meer toe te kennen. Van 1999 tot 2002 werden binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap procesimplementatie en personeelsplanningsprojecten uitgevoerd met de hulp van een externe deskundige. De totale kosten daarvan bedroegen 7 miljoen Euro. Ondanks intensieve begeleiding en een degelijke methodologie, bleef de personeelsbezetting door de personeelsplannen stijgen, vooral bij gebrek aan draagvlak bij de leidend ambtenaren die de plannen moesten opstellen. De Vlaamse Regering voerde daarom eind 2003 een status-quo in de tewerkstelling bij de Vlaamse overheid in, onder het motto: geen snoei, geen groei.

De beleidsdocumenten Bestuurszaken 2004-2009 formuleerden nog steeds geen concrete doelstellingen voor proces- en personeelsplanning. Sinds het herstructureringsproject Beter Bestuurlijk Beleid stuurt de Vlaamse Regering de leidend ambtenaren aan met een managementcode, een raamstatuut en beheers- en managementovereenkomsten. De managementcode van 2005 is een degelijk beheersinstrument, maar het had tot 2008 onvoldoende draagvlak. Het raamstatuut beperkte een personeelsplan tot een personeelsbehoeftenplan. Managementovereenkomsten zijn nog schaars.

De managementcode heeft het aan de entiteiten overgelaten de kwaliteit en uitvoering van hun personeelsplan op te volgen. De Vlaamse Regering heeft niet voorzien in een controle op de juistheid van de personeelsplannen en pas medio 2009 heeft zij een afzonderlijke procedure vastgelegd voor de procesgebaseerde personeelsplannen. Pas medio 2009 heeft de Vlaamse Regering een toezicht geregeld op budgetneutrale personeelsplannen. De kwartaalrapportering over loonkosten en personeelseffectieven legt geen verbanden met het personeelsplan en leven de entiteiten de rapporteringsverplichting nauwelijks na. De geplande integratie van de rapportering over personeelsplanning in de cyclus van beheersovereenkomsten, ondernemingsplannen en jaarrapporten staat nog niet op punt. Ten slotte heeft de Vlaamse Regering de rapportering over de uitvoering van de managementovereenkomst of de PLOEG jaarplanning (plannen, opvolgen, evalueren en gewaardeerd worden) niet geregeld.

Met haar status-quobeslissing uit 2003 heeft de Vlaamse Regering rechtstreeks ingegrepen op de wijze waarop entiteiten hun personeelsbehoeften kunnen bepalen. Deze beslissing is niet coherent met een inhoudelijk onderbouwde personeelsplanning, die in sommige entiteiten een verminderde of stijgende tewerkstelling kan verantwoorden. Het Rekenhof heeft in 2008 bij 62 entiteiten de personeelsplannen opgevraagd. Zij hadden allen een opstartplan en eind juli 2008 hadden er 38 (61%) ook een goedgekeurd personeelsplan. Elf entiteiten (18%) waren nog bezig met de opmaak ervan.

De plannen bleken sterk te verschillen in omvang en vorm. Slechts vijftien plannen (39%) steunden volledig op procesbeschrijvingen en maar elf ervan (29%) toonden het verband tussen processen en gewenst personeel. De entiteiten deden weinig aan procesoptimalisatie die zich bovendien meer concentreerde op kwaliteitsverhoging dan op efficiëntie. Daardoor leidde proceshertekening meestal tot een behoefte aan bijkomend personeel. De status-quobeslissing van de Vlaamse Regering verklaart grotendeels de beperkte procesoptimalisatie. Een verband tussen processen, vereist personeel en doelstellingen ontbreekt in 80% van de personeelsplannen. Ook een expliciete langetermijnvisie ontbreekt doorgaans. De meeste personeelsplannen bevatten geen grondige analyse van de kloof tussen de bestaande personeelsbezetting en de werkelijke personeelsbehoeften. Ze bevatten evenmin een uitgewerkt implementatieplan. Zes entiteiten deden een beroep op externe consultancy voor de opmaak van hun personeelsplan, hoewel zij al sinds 1999 ervaring konden opbouwen en het Agentschap voor Overheidspersoneel goedkoper kon adviseren.

Het Rekenhof concludeerde dat de Vlaamse overheid, ondanks een historiek van meer dan tien jaar en de inhuring van externe consultants, haar personeelsplanningsbeleid onvoldoende consequent heeft uitgewerkt en uitgevoerd. Het beleid is bovendien incoherent door de status-quo beslissing van 2003 en de garanties op uitvoering van het beleid zijn niet sluitend. De personeelsplannen zijn sinds de reorganisatie maar traag tot stand gekomen en de kwaliteit ervan is in sterke mate vatbaar voor verbetering. De inspanningen inzake personeelsplanning en vereenvoudiging van processen hebben voor de gehele Vlaamse overheid in de praktijk te weinig geleid tot de bedoelde hefboom om eenzelfde takenpakket met minder ambtenaren te doen uitvoeren.

Het verslag van het Rekenhof Personeelsplanning bij de Vlaamse overheid staat integraal op de internetsite van het Rekenhof (www.rekenhof.be).

Labo voor Parasitologie van de UGent is WHO partner

Het Labo voor Parasitologie van de Faculteit Diergeneeskunde is door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) officieel erkend als ‘Collaboration Centre for the monitoring of anthelmintic drug efficacy for soil-transmitted helminthiasis’. Het labo wordt daardoor verantwoordelijk voor het opvolgen van onderzoek naar de doeltreffendheid van antiwormmiddelen voor mensen. Infecties met wormen behoren bij mens én dier tot de meest voorkomende ziektes. Wereldwijd zijn ongeveer 1,2 miljard mensen besmet. De ziekte komt vooral voor in de tropen.

Tot de deze Soil Transmitted Helminths (STH) behoren de rond-, zweep- en haakwormen, die allen in de dunne en dikke darm leven. De infectie wordt overgedragen via aarde die met uitwerpselen besmet is. Mensen worden ziek door voedsel dat met eitjes besmet is, of door larven die via de voetzolen het lichaam binnendringen. Symptomen zijn bloedarmoede, diarree, ondervoeding en verminderd leervermogen. Ondanks het grote aantal besmettingen is helminthiasis een zogenaamde vergeten ziekte, wat inhoudt dat de geneesmiddelenindustrie er weinig in investeert. Daardoor is het aantal beschikbare geneesmiddelen zeer beperkt. Slechts 2 antiwormmiddelen zijn efficiënt, namelijk Mebendazole en Albendazole. Vanaf 2010 wil de WHO, samen met de Wereldbank en de Bill and Melinda Gates foundation, in de tropen starten met een grootschalige behandeling van schoolgaande kinderen. Het is hierbij van groot belang dat de doeltreffendheid van de ontworming wordt gecontroleerd, onder andere door de kwaliteit van de producten na te gaan en eventuele resistentie op te volgen.

De erkenning als WHO Collaboration Centre geldt voor vier jaar, maar kan verlengd worden. De opdracht brengt heel wat taken met zich mee. Zo moet het labo bestaand onderzoek inventariseren en expertise leveren aan de WHO, maar ook in overleg met andere laboratoria richtlijnen en methodologieën ontwikkelen om de doeltreffendheid van geneesmiddelen te verhogen om zo de ziekte te bestrijden. Het Labo voor Parasitologie staat onder leiding van professor Jozef Vercruysse. Hij noemt het opmerkelijk dat een labo voor veterinaire parasitologie deze opdracht toegewezen krijgt. Het laboratorium heeft echter veel ervaring met gelijkaardige programma’s bij dieren en coördineert sinds 20 jaar een 25-tal projecten in verband met de controle van tropische parasitaire infecties bij mens en dier.

Gent blijft investeren in de minst kansrijken.

POT 01Het decreet betreffende het stelsel leren en werken binnen de Vlaamse Gemeenschap voorziet de mogelijkheid om jongeren die binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs kampen met complexe problemen een persoonlijk ontwikkelingstraject (POT) aan te bieden. Dit vooral om de band met onderwijs niet voortijdig door te knippen door op maat van de jongeren te werken. Het is de bedoeling om de jongere zo snel mogelijk te laten door- of terugstromen naar een kwalificatiegericht traject. Maar voor sommige jongeren is dit het einde: ofwel zijn de problemen onoplosbaar, ofwel is een overdracht naar VDAB, OCMW of een andere instelling. Link: http://www.ond.vlaanderen.be/secundair/lerenenwerken/pot/

De persoonlijke ontwikkelingstrajecten worden georganiseerd door de deeltijdse vorming, beter gekend als de CDV’s. De komende jaren biedt Stad Gent de Gentse CDV’s een extra financiële ondersteuning omdat de huidige middelen onvoldoende zijn. De sector zelf kampt echter met meerdere problemen. Zo zijn er structurele problemen door een ontoereikende subsidiëring van de Vlaamse overheid. Er zijn te weinig werkingsmiddelen om de vaste kosten te betalen, er is de beperkte personeelsbezetting en er zijn meer jongeren dan het aantal beschikbare trajecten. Toch is een goede begeleiding onontbeerlijk om jongeren met vaak erg complexe problemen deskundig op te vangen en een oplossing te bieden.

Zo een persoonlijk ontwikkelingstraject is voor 10 tot 15% van de ruim 500 leerlingen in het deeltijds onderwijs in Gent vaak het laatste vangnet. In Gent zijn er drie aanbieders van persoonlijke ontwikkelingstrajecten: vzw de Werf, vzw Lejo en vzw Groep Intro (Kidz@Dampoort). Zij richten zich, elk op hun eigen manier, op maatschappelijk kwetsbare jongeren en bieden hen een individueel vormingsaanbod dat ze nergens anders kunnen krijgen. Schepen Rudy Coddens: “Het nieuwe decreet leren en werken heeft heel wat in gang gezet. De Vlaamse overheid zal het systeem in 2013 evalueren en de toelage structureel verhogen. Maar de Stad Gent wil niet dat de kwaliteit van de Gentse POT-werking ondertussen teloor gaat”.

Gent heeft met de drie CDV’s een convenant afgesloten waarbij elk van de drie CDV’s 22.500 euro per jaar ontvangt, wat overeenkomt met drie halftijdse krachten. En dit tot de Vlaamse overheid in 2013 haar verantwoordelijkheid ten volle opneemt. Volgens het convenant moeten de Gentse CDV’s de spijbelproblematiek terugdringen en de vorming van de jongeren, dus ook hun maatschappelijke kansen kwalitatief helpen verhogen. Er moet ook een inventarisatie komen van structurele problemen die de Centra voor Deeltijdse Vorming ondervinden, en dit om vanuit Gent beleidsaanbevelingen te formuleren in het kader van het decreet. Tenslotte moet via de verhoogde personeelsinzet een versterking komen van de kwalitatieve werking van de Gentse CDV’s. Schepen Rudy Coddens: “Jongeren in het deeltijds onderwijs grijpen misschien niet elke kans die we hen bieden, maar dat mag ons niet ontmoedigen. Wel integendeel”.

Viering 10 jaar Vlaams Instituut voor de Zee.

zeeEr is een dringende en grote nood aan meer oceaan- en zeeonderzoek om de groeiende wereldbevolking te blijven voorzien van natuurlijke rijkdommen en om de sturende rol van de wereldzeeën op het globale veranderende klimaat beter in de vingers te krijgen. Dit is de boodschap bij de tiende verjaardag van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ).

Zeeën en oceanen zijn enorm belangrijk voor onze planeet. Meer dan 90% van alle goederentrafiek loopt over zee en wereldwijd varen circa 48.000 grotere schepen met aan boord meer dan 1 miljoen zeevarenden. Zowat 50% van de ingeademde zuurstof wordt geproduceerd door het plantaardige microleven in de oceanen. En omdat oceaanplankton in belangrijke mate bepaalt of het broeikaseffect versterkt of getemperd wordt kunnen we stellen dat de wereldzeeën het klimaat sturen. Dit plankton ligt aan de basis van de vorming van aardgas en aardolie. “Methaanhydraten, oceaanwinden, -golven en –stromingen zijn nog grotendeels onbenutte energiebronnen. Bovendien biedt de diepzee perspectieven op de exploitatie van nieuwe mineralen en metalen die mogelijk wel eens van uitzonderlijk groot belang zullen zijn in de tweede helft van deze eeuw”, zo stelt Antoine Dosdat, directeur Europese aangelegenheden bij het Franse topinstituut IFREMER.

Bovendien is van ’s werelds 71% oceaanoppervlak, 87% dieper dan 1.000 meter, een gebied waarover nauwelijks meer bekend is dan over de maan. Of zoals Lars Horn, voorzitter van de Marine Board van de European Science Foundation het stelt: “Ik kan me geen boeiender onderzoeksdomein voorstellen dan zeewetenschappen. Er zijn voortdurend nieuwe ontdekkingen waardoor het verleidelijk is een parallel te trekken met de ruimtevaart. Ook de diepzee is immers nog grotendeels onverkend gebied”. Meer dan 80% van de biodiversiteit of de veelheid aan levensvormen op aarde bevindt zich in zee. Van de vermoede 1 miljoen soorten zijn vandaag 230.000 mariene species geregistreerd, terwijl er jaarlijks nog 1.400 nieuwe dier- en plantensoorten in zee worden ontdekt. Deze biodiversiteit is niet alleen belangrijk op zichzelf, ze garandeert ook dat een ecosysteem allerlei diensten kan blijven leveren en een brongebied is voor ontwikkelingen in de blauwe biotechnologie.

Om de uitdagingen waar onze planeet voor staat het hoofd te kunnen bieden, is meer onderzoek van zeeën en oceanen absoluut noodzakelijk. “Zo weet men pas sinds kort dat er in één liter zeewater 1 miljard bacteriën, 1 miljard oerbacteriën en 10 miljard virussen leven. Zij regeren de wereld door de biogeochemische cycli te sturen. Door de temperatuurstijging en verzuring van de oceanen zijn deze populaties intussen volop aan het veranderen, een gegeven dat op zijn beurt het klimaat beïnvloedt. Het grootste probleem is dan ook dat we hoegenaamd niet weten in welke richting dit zal evolueren”, stelt Jan de Leeuw, de voormalige directeur van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee ( NIOZ).

Het Vlaams Instituut voor de Zee werd in 1999 opgericht om de meer dan 1.500 zee- en kustwetenschappers en andere experten in ons land te ondersteunen. Tien jaar later is het VLIZ uitgegroeid tot hét ondersteunings- en aanspreekpunt voor kust- en zeeonderzoek in Vlaanderen en geniet het heel wat internationale erkenning. Onderzoekers kunnen meetapparatuur en scheepstijd bekomen aan boord van het onderzoeksschip ‘RV Zeeleeuw’, en binnenkort van de nieuw te bouwen ‘RV Simon Stevin’. Daarnaast beheert het VLIZ de grootste toegankelijke zeebibliotheek van het land en ontsluit het duizenden wetenschappelijke publicaties via een uniek Open Marien Archief: www.vliz.be/NL/Zeebibliotheek/Bib_OMA .

Het VLIZ datacentrum beheert dan weer een ‘blauwe gids’ voor de zeewetenschappen (www.vliz.be/imis ) en ontwikkelt tal van databanken, registers en websites ingebed in een internationale context. Het beheer van de wereldlijst van zeedieren en –planten (www.marinespecies.org ) en van een mondiale databank voor getijgegevens (GLOSS: Global Sea Level Observing System: www.vliz.be/gauges ) zijn hier slechts twee voorbeelden van. VLIZ investeert ook in de ontwikkeling van databanken met rechtstreekse beleidsrelevantie, zoals gedemonstreerd door een gegevensset van alle aanlandingen door Belgische vissers sinds 1910 of door een inventarisatie van gevestigde, exotische fauna en flora. Tenslotte zet het jonge instituut ook zwaar in op het verzorgen van publicaties voor het brede publiek (o.a. het tijdschrift ‘De Grote Rede’ - www.vliz.be/NL/Infoloket/Infoloket_GR en een jaarlijkse ‘Zeekrant’ - www.vliz.be/NL/Infoloket/Zeekrant ), het jaarlijks organiseren van 15-20 evenementen, het dagelijks beantwoorden van informatievragen en het bedienen van het onderwijs met lesmaterialen en spannende leerplatformen zoals ‘Planeet Zee’: www.planeetzee.org.

zondag 22 november 2009

Music for Life 2009: registratie en organisatie van acties

Heel wat verenigingen plannen acties ten voordele van Music For Life, het geld-inzamel-evenement van Studio Brussel en het Rode Kruis Vlaanderen. En dat van zaterdag 19 tot en met donderdag 24 december 2009 in Gent. Elke actie ten voordele van Music For Life moet echter geregistreerd worden bij het Rode Kruis. Dit kan door te surfen naar http://musicforlife.rodekruis.be/. Verenigingen die een inzamelactie of verkoopsactiviteit ten voordele van Music For Life willen organiseren op het openbaar domein op grondgebied Gent moeten ná registratie hun activiteit ook melden via het stedelijke meldingsformulier evenementen. Dit formulier staat op de website http://www.gent.be/musicforlife.

Wie een actie registreert, ontvangt van het Rode Kruis een registratiebewijs. Met dat registratiebewijs kan men tonen dat de actie legitiem is en dat de opbrengst zal worden overgemaakt op het rekeningnummer 000-0006566-67 van het Rode Kruis Vlaanderen. Wie actie voert, moet daarom steeds het registratiebewijs bij zich hebben. In samenspraak met de organisatoren van Music For Life wordt geen toelating verleend voor geldinzamelacties of verkoopsactiviteiten op het Wilsonplein, het Frankrijkplein en in het Koning Albert I park (Zuidpark) en in de omgeving van het Administratief Centrum Zuid. Verenigingen die het resultaat van hun actie tijdens het evenement op een bijzondere wijze aan het Glazen Huis willen meedelen, nemen vooraf contact op met de organisatoren van Music For Life via e-mail musicforlife@stubru.be.

Voor meer informatie kan men terecht op de website van Music For Life via http://musicforlife.rodekruis.be/. Voor vragen over het organiseren van geldinzamelacties in Gent kunt u tevens terecht bij Gentinfo: tel. 09 210 10 10, fax 09 210 10 20 of email gentinfo@gent.be

zaterdag 21 november 2009

Inclusie Vlaanderen afdeling Gent-Eeklo viert 45 jaar inzet met feestelijke avond.

Woensdag 18 november vierde Inclusie Vlaanderen, afdeling Gent-Eeklo, zijn 45e verjaardag met een bijzonder feestprogramma en receptie. Deze belangenvereniging voor mensen met verstandelijke handicap wil laten zien wat er de voorbije decennia gerealiseerd is, maar ook aantonen dat er nog veel werk aan de winkel is. De moederorganisatie bestaat inmiddels 50 jaar en was vroeger bekend onder de naam ‘Vlaamse Vereniging voor Hulp aan Verstandelijk Gehandicapten’. Johan Van Holderbeke, voorzitter afdeling Gent-Eeklo: “Inclusie Vlaanderen is een onafhankelijk buitenbeentje, met hoofdzakelijk vrijwilligers, dat bij geen enkele grote zuil is aangesloten. Dat is niet vanzelfsprekend want we moeten ook alleen financieel en logistiek zien rond te komen. We richten ons ook heel specifiek op mensen met een verstandelijke handicap, omdat andere grote organisaties zich richten tot alle mensen met een handicap. Om nu te vermijden dat te weinig aandacht zou gaan naar mentaal gehandicapten werd Inclusie Vlaanderen (www.inclusievlaanderen.be) opgericht.

Voor de feestelijke avond van 18 november kozen de bestuursleden een aantal thematische gedichten die handelen over mensen met een verstandelijke handicap. Uit hun top 25 selecteerde voordrachtkunstenares Maya Wuytack er een aantal om een performance van 30 minuten te brengen. Ook Thomas Serreyn (syndroom van Down) bracht enkele gedichten, muzikaal afgewisseld door Bert Daeyaert, een industrieel ingenieur biochemie, die in zijn vrije tijd klassieke gitaar, elektrische gitaar, folkgitaar speelt. Nadien volgde een halfuurtje fragmenten uit films en TV-reeksen waar mensen met een verstandelijke handicap een rol in spelen. Die films zijn enerzijds klassiekers zoals 'Le Huitième Jour' en 'Pauline & Paulette', maar ook minder werken zoals 'Of Mice and Men' en de VRT serie 'De vorstinnen van Brugge. “We hopen daarmee een beeld te geven hoe onze doelgroep in het verleden en heden voorgesteld wordt in film en televisie. Daarna volgt een receptie, verzorgd door de afdeling grootkeuken van BuSO Sint-Jozef uit Gent. Het belangrijk dat mensen met een verstandelijke handicap kunnen tonen wat ze kunnen”, aldus Johan Van Holderbeke.

Een greep uit de realisaties van Inclusie Vlaanderen, afdeling Gent-Eeklo

Oprichting van ‘Judoclub De Buitelaars’ voor mentaal gehandicapten; een speciale sportclub ‘The Individuals’ om jongeren voor te bereiden op de ‘Special Olympics’; organisatie van dansavonden en wandeltochten, ook voor rolstoelgebruikers; vakantiereizen voor mensen met een matige en/of zware handicap; voordrachten/vroegtijdige begeleiding voor ouders met een kind met een verstandelijke beperking; oprichting van de 1e spelotheek in Oost-Vlaanderen voor zieke kinderen en mensen met een handicap; oprichting van een cafeetje, De KORIANDER (nu De Oleander) in de Gentse Annonciadenstraat, met tafeltennis, biljart… en vrijwilligers die leren koken of leuke uitstapjes maken; de popgroep ‘The Fundamentals’, een project van Inclusie Vlaanderen Gent-Eeklo en Rotary Gent-Zuid, waarbij 4 verstandelijk gehandicapten met professionele muzikanten een covertournee langs de culturele centra deden.

Maya Wuytack

Maya Wuytack (22) doet haar Master in Drama aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Ze maakte al verschillende poëzieperformances met haar teksten voor ze aan haar opleiding begon. 'Echo' won de eerste prijs op de Kunstbendewedstrijd TXT ON STAGE. 'Het huis van vreemden' won de tweede prijs voor PERFORMANCE. Haar gedichten vielen meermaals in de prijzen. Ze won ondermeer tweemaal gouden medaille bij de poëziewedstrijd Spectraal, en kreeg de internationaal gouden medaille van de Académie Européenne Des Arts. Ze schreef samen met haar zus Serena het boek Persona non Grata, over hun vader Frans Wuytack, waarin ze zijn poëzie, kunst en levensverhaal samenbrachten. Het werd opgenomen in de toptien beste non-fictieboeken van De Morgen. Op het ogenblik is ze bezig met het maken van een Poëzieclip, waarin ze onderzoekt hoe dans, video en eigen teksten elkaar kunnen versterken. Link: http://www.fabiowuytack.com/persona-non-grata-boek

Orde van de Gentse Draak voor professor Alexander-Karel Evrard

Orde Draak 2009 (10) “De Draak” Vlaams Overleg Gent is een vereniging van Vlaamse organisaties die bezorgd zijn om het Nederlandstalige karakter van de stad Gent en opkomen voor de Vlaamse en Nederlandse eigenheid van de Arteveldestad. In 2000 werd de 'Orde van de Gentse Draak' ingesteld. Dit project beoogt iemand in het zonnetje te zetten die zich op bijzondere wijze verdienstelijk maakt voor de promotie van de Vlaamse eigenheid in de ruimste zin. Deze Orde werd reeds toegekend aan de ombudsvrouw Rita Passemiers, de opperdeken en opperdekenin van Gent als blijk van waardering voor hun medewerking aan het versterken van het Nederlandse karakter van de handelszaken, de heer Johan Dhaene van radio Roeland, acteur en regisseur Jo Decaluwé, zanger Will Ferdy, presentator Walter De Meyere, professor Stijn Verrept en professor Ada Deprez.

Dit jaar werd de negende 'Orde van de Gentse Draak' uitgereikt aan prof. dr. em. Alexander-Karel Evrard. Hij volgde oude Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Barbara college in de Savaanstraat te Gent. Een prijs van het Davidsfonds viel hem toen te beurt. In 1950 behaalde hij zijn diploma als Doctor in de Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Gent. In Leiden doet hij studiewerk in het departement van prof. Carp en de sectie Kinderpsychiatrie geleid door dr. Van Krevelen. Hij doctoreerde aan de Universiteit te Leiden in 1953 en keerde terug naar zijn Alma Mater. In 1958 werd hij aangesteld als neuro-psychiater. In 1969 wordt hij aangesteld als adjunct-professor aan de medische faculteit en even later als volwaardig hoogleraar Psychologie en Psychiatrie. Gefascineerd door de historische achtergrond van zijn beroep schrijft hij zijn eerste boek 'Geschiedenis van de Psychiatrie', gevolgd door ontelbare artikels en lezingen omtrent dit onderwerp. Van zijn hand verschenen tachtig artikels in nationale en internationale tijdschriften en vijf boeken.

In 1964 wordt professor Evrard het ereburgerschap verleend door de staat Texas voor zijn inspanningen op het gebied van culturele uitwisseling en zorg voor mindervalide kinderen. Tussen 1968 en 1972 is hij visiting-docent aan de Universiteit van Rwanda. Hij neemt ook het voorzitterschap waar van het Centrum voor Geestelijke Gezondheid. Bij Het Vlaamse Kruis is hij ondervoorzitter, evenals hoofdbestuurslid van de Vlaamse Toeristenbond. Hij wenst geschiedenis van Vlaanderen vereeuwigd te zien door het aanbrengen van gedenkplaten en monumenten. Als medestichter is hij dan ook actief bij het Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde en het Museum dr. Guislain. Professor Evrard heeft nog een wens : Gent moet een standbeeld oprichten voor haar weldoener koning Willem I der Nederlanden.

Webstek : www.dedraak.centerall.com

Beleef eens een aardbeving.

In het kader van het EU Forum van de Civiele Bescherming, dat plaatsvindt in Brussel, stelt de Italiaanse Civiele Bescherming een Aardbevingssimulatieplatform voor, waarop men een echte aardbeving kan beleven. De Aardbevingssimulator bootst de gevolgen na van de aardbeving die de stad L'Aquila op 6 april dit jaar ernstig trof. De tentoonstelling omvat tevens een verzameling van foto's die onmiddellijk na de aardbeving zijn gemaakt en van films die de reddings- en zoekoperaties en talrijke andere interventies van de Civiele Bescherming tonen. Een deel van de tentoonstelling is gewijd aan het CASE Project dat bestaat uit ecocompatibele woningen die geïsoleerd kunnen blijven van seismische golven en die bestemd zijn voor de personen die hun huis zijn kwijtgeraakt bij de aardbeving.

De Aardbevingssimulator is een gesofisticeerde installatie die kan nabootsen wat er tijdens een aardbeving gebeurt, zowel op straat als binnenin een gewoon antiseismisch gebouw of een gebouw dat beschermd is tegen aardbevingen door seismische isolatoren. De simulator geeft de gevolgen weer van een aardbeving op gewone huishoudelijke voorwerpen. Dankzij de simulator kan men gemakkelijk begrijpen wat een aardbeving is, namelijk een reeks van snelle grondbewegingen. Hoe de bewegingen van een structuur in amplitude en duur tijdens een aardbeving worden versterkt ten opzichte van de grondbewegingen en wat de voordelen zijn van structuren die seismische golven isoleren voor personen en voorwerpen. Een grondige kennis van aardbevingen doet de bewustwording toenemen en helpt paniek in de hand te houden. De ervaring van de Aardbevingssimulator is een stap vooruit op het vlak van preventie.

De Aardbevingssimulator en de tentoonstelling zijn gratis toegankelijk voor het publiek van 25 november tot 5 december, van 9 tot 18 uur, aan het Schumanplein, in Brussel. Meer informatie vindt u terug op de sites:

www.civilprotectionforum.eu
www.protezionecivile.it

Trouwen in Gent kan nu ook in het Gravensteen

Ganda Historica10De huwelijksplechtigheden vinden in Gent in het stadhuis of het dienstencentrum van de deelgemeenten plaats. Dat kan vanaf 1 januari 2010 ook in het Gravensteen. Het college van burgemeester en schepenen wijzigde hiervoor het retributiereglement. Deze extra dienstverlening kost 500 euro. Schepen Catharina Segers (Open VLD): “Begin september wijzigde de wetgeving waardoor het burgerlijk huwelijk voortaan ook buiten het stadhuis kan worden voltrokken. Het moet wel een openbare plaats zijn die stadseigendom is én een neutraal karakter heeft. Het Gravensteen voldoet aan deze voorwaarden”. Huwen in het Gravensteen is wel duurder: iedereen, ook de ambtenaren moeten zich verplaatsen.

Bij een huwelijksplechtigheid in het stadhuis ondertekenen de trouwers het huwelijksregister in de Pacificatiezaal. Daarna voltrekt de schepen van Burgerzaken en Protocol het huwelijk in de Trouwkapel. Wie op het Gentse stadhuis trouwt of een verklaring van samenwonen tekent én extra ceremonieel wil, moet hiervoor bijbetalen. Trouwen in het Gravensteen kan op vrijdagnamiddag en dit vanaf 1 januari 2010. Gent heeft er weer een attractie bij.

vrijdag 20 november 2009

Gent ontvangt Civitas partners en stelt nieuwe Trammelantbus voor.

Trammelant 02Van 17 tot. 20 november zijn alle vertegenwoordigers van het Civitas-Elan project in Gent aanwezig. Binnen dit project werken vijf steden (Gent, Zagreb, Porto, Ljubljana en Brno) samen aan vernieuwende en duurzame mobiliteit in hun stad. Tijdens deze ontmoetingen zullen een aantal Civitas acties getoond worden die door de gaststad zijn gerealiseerd. Op vrijdag 20 november kregen de partnersteden dan ook een primeur met de lancering van de nieuwe Trammelant bus, het anti-vandalisme project van De Lijn.

Sinds oktober 2008 is er al zeer veel energie en werklust in het Civitas project gestopt, tijd dus om even stil te staan bij de verwezenlijkingen van het eerste jaar. Tijdens de jaarlijkse meeting, die dit jaar in Gent plaatsvindt, worden de geboekte successen onder de aandacht gebracht en de verbeterpunten aangekaart. Ook Gent neemt deze kans te baat om een aantal concrete verwezenlijkingen te tonen. Er werden rondleidingen en workshops georganiseerd. Zo kregen de partners het participatie traject van ‘Ledeberg leeft’ uitgelegd. Een groep werd op sleeptouw genomen naar Ghent Bio Energy Valley (GBEV) in de Gentse haven en op verzoek van een aantal partners werd ook het Gentse fietsbeleid toegelicht. De Lijn gaf een uiteenzetting over de veiligheidsmaatregelen op het openbaar vervoer.

In dit kader wordt ook de nieuwe ‘Trammelant bus’ van De Lijn voorgesteld. ‘Trammelant’ is de preventie toerbus voor jongeren en wordt mee gesubsidieerd door Civitas. Met deze nieuwe bus zal de Lijn binnenkort door Oost-Vlaanderen toeren. Op een speelse manier worden jongeren bewust gemaakt van de gevolgen en kosten van ongepast gedrag op het openbaar vervoer. De Lijn is partner in het Gentse Civitas project en werkt mee aan een schoner, vlugger en veiliger openbaar vervoer. Het publiek kan een kijkje nemen in de ‘Trammelant bus’ op de Civitas Happening op zaterdag 21 november. Deze happening rond duurzame mobiliteit vindt plaats op het Sint-Baafsplein van14 tot 17 uur. Instructeurs van De Lijn geven er tekst en uitleg.

De Trammelantbus is een uniek project. Leerlingen nemen samen met chauffeurs en controleurs de schade op in een door vandalisme geteisterde bus. Daarna wordt het kostenplaatje opgesteld. In rollenspellen ervaren leerlingen hoe hard hun gedrag en woorden kunnen overkomen. En uit een analyse van de beelden in de dispatching worden ze zich, soms pijnlijk, bewust van hoe scholieren zich gedragen op bus en tram. Ook schepen Karin Temmerman mocht op de Trammelantbus raden hoeveel schade aan een Lijnbus kost door kostenplaatjes op de door vandalisme onderdelen van de bus aan te brengen. Controleurs van de lijn tonen de kinderen ook hoe ze in nood snel uit de bus geraken. Ook hier kreeg schepen Temmerman een proefje: de Trammelantbus werd onder de rook gezet, de vraag was nu: hoe geraak je binnen 30 seconden in een bus die vol rook zit? Wie dat wil weten komt zaterdag 21 november naar het Sint-Baafsplein te Gent.

Binnen het Gentse Civitas project zijn op amper een jaar tijd al heel wat zaken gerealiseerd. Reeds tientallen bushaltes zijn heringericht om het openbaar vervoer vlotter te laten rijden en reizigers veiliger te laten opstappen. De gele studentenfietsen kregen een nieuwe look met een uniek frame en een onuitwisbaar registratienummer. De eerste hybride bus van De Lijn is in Gent geïntroduceerd en er wordt werk gemaakt van een Huis van de Fiets door Max Mobiel. Met de start van de eerste Mobi-weken wil het Gentse stadsbestuur werknemers aanzetten tot een groener woon-werkverkeer. Het Civitas project duurt nog tot september 2012, dus vele acties volgen nog. Meer informatie op de website www.civitasgent.be.

Oost-Vlaanderen geeft subsidies voor inrichten van duurzame bedrijventerreinen

De Provincie Oost-Vlaanderen geeft subsidies aan kmo's of verenigingen die samen streven naar een duurzaam bedrijventerrein. Dit jaar werden 16 projecten ingediend. Daaruit koos de Provincie 10 projecten die elk in aanmerking komen voor een subsidie van 15 000 euro. Gedeputeerde Marc De Buck , bevoegd voor economie: “Een duurzaam bedrijventerrein is een terrein, waar via samenwerking tussen bedrijven onderling en met overheden, veranderingen in bedrijfsprocessen en in de inrichting van het terrein gerealiseerd worden. Deze veranderingen zijn gericht op het verbeteren van het (bedrijfs)economisch resultaat, de vermindering van de milieubelasting en een efficiënter ruimtegebruik”.

Concrete acties hebben onder meer betrekking op collectieve afvalinzameling, rationeel energieverbruik en groene energie, mobiliteit, groenbeheer, samenwerking rond veiligheid, verbeterde bewegwijzering en zo meer. Het volledige subsidiereglement is te vinden op www.oost-vlaanderen.be (economie en landbouw > huis van de economie > subsidies en reglementen).

Projecten
• Rond de Watertoren vzw uit Deinze verenigt de bedrijven langs de Kortrijksesteenweg en zet vooral in op groepsacties op diverse vlakken.
• Zwijnaarde Industrie vzw werkt rond mobiliteit en bereikbaarheid, veiligheid en collectieve diensten.
• De bvba Southstore fungeert als trekker voor concrete interbedrijfssamenwerking op het bedrijventerrein R4 Wondelgem-Mariakerke met focus op ontsluiting en woonwerkverkeer.
• De KMO bvba X-Trans uit Aalter trekt het samenwerkingsverband op het bedrijventerrein Lakeland en Langevoorde. Prioritaire acties zijn gepland rond identiteit, synergie en inventarisatie van de knelpunten.
• Het bedrijvenpark Gentbrugge II werkt verder op de thema's rationeel energieverbruik (REG) en groene energieproductie.
• Econa vzw uit Nazareth wil het economisch knooppunt Nazareth dynamischer maken via terreinoverschrijdende interbedrijfssamenwerking in al zijn vormen.
• Bedrijven Industrie Maldegem vzw wil focussen op communicatie, behoeftenanalyse van de leden en groepsacties rond afval en energie.
• Bedrijvenzone Eke vzw zal de vereniging verder professionaliseren en vooral werken rond chemische producten en afvalverwerking.
• Ondernemingsclub TTS uit Temse plant acties rond bestendiging van de vereniging, een nieuwe website, signalisatie en alternatieve energievormen.
• De KMO Ottevaere Bouwmaterialen fungeert als trekker voor de bedrijven op het terrein Meersbloem in Oudenaarde met het oog op versterking van de identiteit, netwerking, verbetering van de bewegwijzering en de veiligheid.

Eerste Belgisch proefbuisveulen ziet het licht

Op 27 oktober in de late avond is in Merelbeke SMICSI geboren, het eerste Belgische proefbuisveulentje. Het veulen is genoemd naar dierenarts Katrien Smits van de Universiteit Gent én naar de techniek waarmee SMICSI verwekt werd. Katrien Smits produceerde het embryo door middel van intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI). ICSI is een techniek waarbij onder de microscoop met een zeer fijne glazen naald een spermacel in een eicel wordt gespoten. Deze techniek wordt ook bij de mens toegepast. De slaagkans van een klassieke in vitrobehandeling (IVF) is bij paarden zeer laag. De spermacellen van een hengst kunnen in deze omstandigheden immers niet krachtig genoeg bewegen om door de eischaal van een rijpe eicel te geraken. ICSI is dus nodig om de kansen op een geslaagde bevruchting te verhogen.

Wat het veulen ook zeer bijzonder maakt, is het feit dat de eicel die werd gebruikt afkomstig is van een geslachte merrie. Elke week worden in een slachthuis enkele eierstokken van merries verzameld om er eicellen uit te isoleren. Deze eicellen worden in de broedstoof onder specifieke omstandigheden gekweekt tot ze rijp zijn en klaar voor de bevruchting. De bevruchte eicellen worden 9 dagen lang in een broedstoof gekweekt. Twee van deze embryo’s werden op 18 december 2008 overgeplant in de baarmoeder van een draagmerrie in het embryotransfercentrum Maria Hoop te Nederland. Op 24 december stelden de dierenartsen met echografie vast dat de merrie drachtig was. Na een normale dracht werd eind oktober een gezond merrieveulentje geboren.

De Reproductieve Biologie Unit (RBU) van de UGent onder leiding van Prof. Ann Van Soom en Prof. Aart de Kruif heeft al sinds een twintigtal jaar ervaring met in vitrofertilisatie bij dieren. Het eerste proefbuiskalf van deze onderzoeksgroep werd in 1991 geboren. Bij het paard was in vitrofertilisatie niet succesvol. Pas toen men ICSI ging gebruiken om embryo’s te produceren bij het paard werd vooruitgang geboekt. Het eerste ICSI veulen werd in 1996 geboren in de USA. In Australië werd de techniek ook succesvol toegepast. Europese proefbuisveulens zijn zeer zeldzaam: alleen in het Verenigd Koninkrijk en Italië is het al eerder gelukt. Het onderzoek dat uiteindelijk aanleiding heeft gegeven tot de geboorte van dit veulen is een drietal jaar geleden opgestart.

Voorlopig ligt het toepassingsdomein vooral bij het creëren van nakomelingen van waardevolle merries met specifieke problemen aan de eileiders of baarmoeder. De techniek wordt in Merelbeke momenteel enkel voor onderzoeksdoeleinden toegepast. Op langere termijn is het de bedoeling om de techniek in de kliniek toe te passen. De geboorte van SMICSI is het resultaat van de toewijding en de vruchtbare samenwerking van onder meer dierenartsen, onderzoekers, laboranten en dierenverzorgers binnen de vakgroep en tevens met dierenartsen van enkele vooruitstrevende inseminatiecentra in binnen- en buitenland.

donderdag 19 november 2009

Chinese exportkunst van de zestiende tot de negentiende eeuw in Gent.

Tot en met zondag 25 april loopt in Kunsthal Sint-Pietersabdij de tentoonstelling ‘De Chinese verleiding’, Chinese exportkunst van de zestiende tot de negentiende eeuw. De tentoonstelling ademt de sfeer uit van de bloeiende handel die de Zuidelijke Nederlanden gedurende tweehonderd jaar met China dreef. Curator Nicole De Bisscop maakte een boeiend en rijkelijk overzicht van wat er werd ingevoerd en aangekocht door de adel en de gegoede burgerij. Elk voorwerp toont aan hoezeer Europa in de ban was van alles wat met China te maken had.

In het Westen was China lange tijd zo goed als onbekend. Pas toen Alexander de Grote met de verovering van het Oosten startte, kwam er een regelmatige uitwisseling van ideeën en goederen met volkeren uit het Oosten tot stand. Vanaf de eerste eeuw v. Chr. groeiden de handelscontacten over land tussen de oosterse en de westerse wereld. China oefende van bij het begin een bijzondere aantrekkingskracht uit op Europa en men bouwde een netwerk uit over een afstand van meer dan 7.000 km. De archeologische vondst op de site van de Gentse Sint-Pietersabdij van scherven Yue-steengoed uit de periode van de negende tot tiende eeuw, toont aan dat Chinese keramiek in Europa al vroeg bekend was.

Toen in de zestiende eeuw de ontdekkingen in de zeevaart een nieuwe en krachtige impuls gaven aan de betrekkingen tussen China en Europa, kwam de Chinese rage in Europa pas echt op gang. Vanaf de achttiende eeuw speelden Vlamingen, in het kielzog van Portugezen, Spanjaarden, Fransen en Hollanders, een baanbrekende rol in de handel met China. Zijde, specerijen, lakwerk en keramiek behoorden tot de belangrijkste Chinese exportproducten. De voorwerpen waren duur, het transport moeilijk. Slechts met mondjesmaat vonden ze hun weg naar Europese schatkamers en rariteitenkabinetten. De oudste bewaard gebleven voorwerpen van Chinees porselein dateren uit de veertiende en vijftiende eeuw. Ze werden als bijzonder kostbare schatten beschouwd en meestal in zilveren of gouden zettingen gemonteerd.

In de zeventiende eeuw piekte de handel tussen de Zuidelijke Nederlanden en de Iberische wereld. Via de haven van Oostende verhandelden Antwerpse, Brugse en Gentse handelshuizen textiel en luxegoederen van en naar Zuid-Spanje en Portugal. In 1714 kwamen onze gewesten echter onder Oostenrijks bewind en moesten de Vlaamse en Brabantse handelshuizen op zoek naar alternatieve handelsprojecten. Enkele vermogende kooplieden en reders uit Gent, Oostende, Brugge en Antwerpen kregen in 1715 de toestemming om handelsexpedities naar Azië te organiseren. Zeven jaar later ondertekende keizer Karel VI het octrooi voor de oprichting van de Generale Keijserlijcke Indische Compagnie, beter bekend als de Oostendse Compagnie. Deze kreeg het monopolie voor de handel met Azië maar had de meeste commerciële belangen in Bengalen en China.

Vooral het grote succes van de Oostendse Compagnie wekte de afgunst van de Engelse, Nederlandse en Franse compagnies die Karel VI onder zware druk zetten. Die zwichtte en verbood de Compagnie in 1731, wat niet belette dat de handel in Chinese goederen in onze contreien zeer levendig bleef. De schepen uit China liepen de havens binnen, volgeladen met thee en luxegoederen zoals zijde, porselein, lakwerk, ivoor, zilverwerk en met de hand geschilderd wandbehang. Al deze wonderlijke Chinese voorwerpen werden met veel geestdrift ontvangen. De bewondering ging niet alleen uit naar de kwaliteit van de materialen en de frisheid van de decoratie, maar evenzeer naar de virtuositeit van de sierkunstenaar en de ambachtsman. De impact op de eigentijdse mode en interieurdecoratie was enorm en in de verzamelingen van de adel en de burgerij belandden wonderlijke kunstvoorwerpen in een kwaliteit van materialen en met virtuoze decoraties die in Europa tot dan toe ongekend waren.

De Chinese pottenbakkers produceerden schalen en borden naar Europese voorbeelden op bestelling. Deze trend bereikte zijn hoogtepunt in de achttiende eeuw, toen in Europa de vraag naar nieuw servies ontstond door de veranderende eetgewoontes en de introductie van thee, chocolade en koffie. Het was de periode dat l’art de la table meer aandacht kreeg en steeds geraffineerder werd. In deze context speelde het kostbare Chinese porselein een primordiale rol. Tot in de jaren 1720 werden tafelbenodigdheden in afzonderlijke stukken ingevoerd en te koop aangeboden. Complete eetserviezen zoals wij die nu kennen, kwamen pas vanaf de jaren dertig van de achttiende eeuw in de mode. In de loop der jaren veranderden de samenstelling en het aantal onderdelen gestadig. De serviezen werden uitgebreid met olie- en azijnstellen, zoutvaten, kruidenschaaltjes, boterpotten, slakommen, fruitschaaltjes en ga zo maar door.

Naast dit vaatwerk, bestelde men ook serviezen voor thee, chocolade en koffie in China. Zo werd thee aanvankelijk aan dezelfde tafel gezet waar hij werd gedronken. Het kokende water werd in een porseleinen kan vanuit de keuken gebracht en aan tafel opgegoten. Omdat de thee heel sterk was, spoelde men het kopje voor het opnieuw werd gevuld, wat de spoelkommen in de theeserviezen verklaart. Voor de rest bestonden die uit theebussen, suikerpotten, potten voor snoepgoed en dienschalen, evenals warmwaterkannen en waterketels. Men importeerde ook bekers en kannen voor wijn en bier en flessen voor geestrijke dranken en punch. Omdat men tijdens de feestmaaltijden verschillende malen de handen spoelde, bestelden de compagnies in China ook porseleinen kannen, fonteinen en bekkens.

In de expositie is een scherf Yue steengoed te zien uit de periode van de negende - tiende eeuw, die men in 1974 op de site van de Gentse Sint-Pietersabdij heeft gevonden. In 1978 ontdekte men soortgelijke scherven op het terrein van de Sint-Baafsabdij. Het is de oudste vondst van Chinees keramiek die men tot nu toe in Europa heeft gedaan. Op de tentoonstelling zijn ook prachtige voorbeelden van wapenporselein te zien. De borden en schotels met het wapenschild van een stad of provincie werden enkel gekocht als collectiestukken om mee te pronken. Serviezen met de wapenschilden van families gebruikte men wel aan tafel. Het bijzonder exclusieve ensemble dat behoort tot het eetservies van de familie de Sluze wordt in Gent voor het eerst tentoongesteld. Het geëxposeerde ensemble bestaat uit een bekken, een ronde schotel en twee borden met palmetmotief geschilderd in ijzerrood als hoofdkleur.

Zowel individuele bezoekers als groepen kunnen hun tickets reserveren bij BoekjeBezoek op het telefoonnummer 09 269 60 04, fax 09 269 60 09, e-mail info@boekjebezoek.be Daar kan men ook terecht als men de tentoonstelling met een gids wil bezoeken. Naast de klassieke rondleiding in de tentoonstelling, is er ook de rondleiding ‘Van middeleeuwse kruiden tot oosterse specerijen’ over de fauna en flora uit Oost en West. De rondleidingen worden in het Nederlands, Frans en Engels gegeven. Prijs: 80 euro per groep, toegangsgeld niet inbegrepen. Rondleidingen op maat voor klassen kan men boeken bij Vizit op het telefoonnummer 09 233 76 89, fax 09 225 23 19, e-mail info@vizit.be .

Ook gezinnen met kinderen zijn welkom. Peuters en kleuters ondernemen een speurtocht in de tentoonstelling op zoek naar het verdwaalde theekopje en kinderen van 8 tot en met 13 jaar kunnen aan de slag met het opdrachtenparcours dat de titel ‘Het geheim van de Chinavaarder’ meekreeg. Op de website www.gent.be/spa staat meer informatie over de tentoonstelling en activiteiten zoals de Museumnacht en ‘De zondagen van de Chinese Verleiding’.Open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 18 uur. Gesloten op maandag, donderdag 24, donderdag 25 en donderdag 31 december en vrijdag 1 januari 2010. Open op paasmaandag.Public relations - Exclusieve nocturnes Tel. 0476 86 34 53, e-mail fabienne.gros@gent.be
Toegangsprijzen: 8 euro / 6,75 euro, gratis - 18 jaar