Vanaf 2 december worden in Zedelgem massaal bomen aangeplant in het kader van een internationaal experiment rond biodiversiteit. Dit is het grootste ecosysteemexperiment ter wereld. Bedoeling is om het belang na te gaan van diversiteit in boomsoorten voor het functioneren van bosecosystemen. Coördinator van het Belgische luik van het experiment, het zogenaamde Forbioproject, is professor Kris Verheyen van het Laboratorium voor Bosbouw van de UGent. De medewerkers van het laboratorium zullen samen met ruim 100 vrijwilligers 35.000 bomen planten op ongeveer 8 hectare voormalig akkerland. Naast deze site in de Vlaamse Zandstreek zal in maart 2010 ook in Gedinne in de Ardennen een locatie beplant worden. Bij de aanplant worden vijf boomsoorten gebruikt. Die soorten zullen alleen en in diverse combinaties bijeen worden geplant. Dit maakt het mogelijk om het effect te meten van een toenemende diversiteit in boomsoorten op de hoeveelheid geproduceerd hout, de koolstofopslag, het aantal geassocieerde planten- en diersoorten enzovoort.
Bossen zijn hotspots voor biodiversiteit. Ze herbergen tot 70% van de mondiale biodiversiteit. Maar wereldwijd komen steeds meer soorten in de verdrukking door toenemende ontbossing, bosdegradatie en -fragmentatie. Een van de grote wetenschappelijke uitdagingen van het moment bestaat er dan ook in om de gevolgen van de afnemende soortenrijkdom te voorspellen. Recent onderzoek toont aan dat deze crisis op het vlak van biodiversiteit niet alleen een ethisch probleem is; het vormt ook een bedreiging voor de goederen en diensten die de ecosystemen ons leveren. Zo werd al aangetoond dat een grotere soortenrijkdom bij graslanden zeer duidelijk een positieve impact heeft op processen zoals biomassaproductie, koolstofopslag en waterhuishouding. In bossen is de relatie tussen biodiversiteit en het functioneren van het ecosysteem tot nu toe nauwelijks bestudeerd. De talrijke naaldhoutplantages in bijvoorbeeld de Kempen en de Ardennen worden steeds ouder en de keuze om bij heraanplant naar meer gemengde bossen te evolueren is dan ook actueel. Dit wordt nog versterkt door een aantal internationale en nationale beleidsprocessen zoals de Conventie over Biologische Diversiteit, de Europese Habitatrichtlijn en de Vlaamse Criteria voor Duurzaam Bosbeheer.
De vraag rijst dus of gemengde bossen inderdaad productiever zijn, een meer getemperd microklimaat hebben, een hogere geassocieerde biodiversiteit herbergen enzovoort. Het is dan ook de bedoeling van het Forbioproject om een grootschalig langetermijn experiment op te zetten dat zal toelaten om uitspraken te doen over de impact van boomsoortendiversiteit op het functioneren van bosecosystemen. Naast de UGent zijn onder meer de universiteiten van Leuven, Luik, Louvain-La-Neuve en Brussel (ULB) bij het project betrokken. Het Federaal Wetenschapsbeleid financiert het project in het kader van het programma 'Wetenschap voor een duurzame ontwikkeling - SSD'. Het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos en haar Waalse tegenhanger Division de la Nature et des Forêts zijn eigenaar en beheerder van de proefpercelen en hebben voor aanvullende, vooral logistieke steun gezorgd.
De sites in Zedelgem en in Gedinne krijgen een grote internationale uitstraling. Ze maken namelijk deel uit van een wereldwijd netwerk van vergelijkbare experimenten dat momenteel wordt opgezet. Dit TreeDivNetwerk omvat twee sites in Duitsland en telkens één in Frankrijk, Finland, Borneo, Panama en China. Nu komen daar dus twee Belgische locaties bij. Dit experiment is een onderdeel van het grootste ecosysteemexperiment wereldwijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten