Op de komende Open Monumentendag op 13 september draait het om zorg. Zorg is van alle tijden en heeft een leerrijke geschiedenis, net zoals de geschiedenis van de Gentse universiteit. Naar aanleiding van Open Monumentendag zet ook de UGent haar deuren open voor het grote publiek. Tal van historische universitaire gebouwen kunnen die dag bezocht worden. Zo kan men de Plantentuin aan de Ledeganckstraat vrij bezoeken van 10 tot 18 uur. Rondleidingen om 11, 13 en 15 uur, zonder reservatie. Met optreden van dansgroep Capriool van 14.30 tot 17 uur. Tussen 1900 en 1903 werd de eerste hortus uit het centrum overgebracht naar deze locatie. Uit deze periode is enkel de omheiningsmuur bewaard. De serres werden meermaals vernieuwd. De huidige kassen dateren van 1972 en herbergen tropische en subtropische plantengroepen. De Plantentuin draagt zorg voor een collectie van ongeveer 10 000 plantensoorten.
In de Braunschool, Voldersstraat 3, is er vrij bezoek van 10 tot 18 uur. In 1591 vestigden de jezuïeten zich in het Hof van der Vere op de hoek van de Voldersstraat en de Korte Meer. Vrij snel werden aanpalende panden gekocht en begonnen de paters aan de uitwerking van een gigantisch bouwprogramma voor het verstrekken van kosteloos onderwijs in het blok Korte Meer, Universiteitsstraat en Voldersstraat. Zo ontstonden in de loop van de 17de eeuw de kerk, de patersvleugel, een verbindingsgebouw met monumentale trap en een gymnasium, de latere Braunschool. Na de opheffing van de jezuïetenorde (1773) kreeg het complex andere bestemmingen. De universiteit vond sinds haar oprichting in 1816 onderdak in een deel van het complex. Ze verving de kerk door de aula, liet nieuwe gebouwen optrekken en beschikt momenteel na een recent uitgevoerde restauratie over een nieuw onderkomen voor de faculteit Rechten. Orgelpunt in de restauratie was de herwaardering van het unieke 17de eeuwse plafond in de oude bibliotheek van de paters.
Het Pand of gewezen Utenhovegasthuis Onderbergen 1. Vrij bezoek van 10 tot 18 uur. Rondleidingen in het Museum voor Geschiedenis van de Geneeskunde. Rond 1200 stichtte kanunnik Fulco uten Hove (+ 1243) een godshuis voor de opvang van zieken, armen, reizigers en andere behoeftigen. De familie Uten Hove stelde hiervoor een huis ter beschikking naast de Sint-Michielskerk. In 1228 wordt dit Mariahospitaal naar de Bijlokemeersen overgebracht. Het leeg gekomen gebouw in de stad werd geschonken aan de dominicanen die er hun klooster bouwden met een eigen infirmerievleugel aan de noordzijde. Nu is het complex in gebruik als cultureel en congrescentrum van de universiteit. Op de tweede verdieping van de dwarsvleugel van ‘Het Pand’ bevindt zich het Palfijnmuseum waarin het aspect ziekenzorg aan bod komt en voorwerpen tentoongesteld zijn die de diverse specialismen en deelgebieden van de geneeskunde belichten.
Het Rommelaere complex, Jozef Kluyskensstraat 29 is vrij te bezoeken van 10 tot 18 uur. Willem Rommelaere (1836-1916) werd geboren te Gent uit een onbemiddeld gezin. Hij werd dokter en doceerde jarenlang aan de universiteit van Brussel. Daar pleitte hij voor de oprichting van afzonderlijke onderzoeksinstituten naast klinieken. Voorheen waren dergelijke onderzoeken beperkt en ingebed in een kliniek. In overleg met de professoren Emile Pierre Van Ermengem, Jan-Frans Heymans en Emile Lahousse die in hun respectievelijke specialismen baanbrekend onderzoek verrichtten, ontwierp architect Louis Cloquet drie medische universitaire instituten: het Instituut voor Hygiëne, Bacteriologie en Gerechtelijke Geneeskunde (Hospitaalstraat/Kluyskensstraat), het Farmacodynamisch Instituut (Bartsoenkaai/Kluyskensstraat) en het Fysiologisch Instituut (Apotheekstraat). Zij werden gerealiseerd tussen 1899 en 1905 en naar dokter Rommelaere genoemd. Zij vormen een uniek architecturaal ensemble in neo-gotische stijl. Er wordt nu nog altijd wetenschappelijk onderzoek verricht door de universiteit. Link: http://openmonumenten.zita.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten