Sinds 1990 zijn de rupsen van de eikenprocessievlinder opnieuw aanwezig in onze contreien. De Provincie Oost-Vlaanderen coördineert de bestrijding. In 2008 werden de rupsen beduidend minder frequent aangetroffen dan in 2007. In 2009 blijft de Provincie de bestrijding coördineren en ontwikkelde daartoe verschillende instrumenten. De bestrijding van de rups is een bevoegdheid van de lokale besturen. De Provincie bestrijdt enkel op haar eigen domeinen, maar vervult wel een belangrijke coördinerende rol in de bestrijding. Het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (PCM) geeft regelmatig aanbevelingen over de meest adequate bestrijdingsmethoden en de te nemen voorzorgsmaatregelen. De medische aspecten worden opgevolgd door de afdeling Toezicht Volksgezondheid van Oost-Vlaanderen van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Gemeenten kunnen ondersteuning krijgen van de Medisch Milieukundigen van het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO).
Het aantal getroffen locaties in 2008 bedroeg 283, ongeveer een kwart van het aantal van 2007. Hetzelfde fenomeen werd ook in de andere provincies vastgesteld. In vier gemeenten werden zelfs geen eikenprocessierupsen meer gemeld. Zoals in 2007 werd de rups in Oost-Vlaanderen voornamelijk in woongebieden, soms in landelijk gebied, aangetroffen. De sterke terugval is het gevolg van een nauwgezette bestrijding (wegbranden van rupsen en nesten) en de preventieve behandeling van de eikenbomen op locaties met mogelijk gevaar voor de bevolking. Populatiepieken van de prooidieren (hier de rups) worden dikwijls gevolgd door verhoogde populaties van de belagers de daaropvolgende jaren. Indicaties hiervoor zijn de vastgestelde hoge frequentie van roofvliegen in nesten van de rupsen. Ook het minder gunstige weer van 2008, met dan vooral een koude lente bij het uitkomen van de eerste rupsjes speelt een rol.
De bladbespuiting met de bacterie Bacillus thuringiensis in het voorjaar bleek een succesvolle preventieve maatregel. Omdat deze biologische bestrijding niet-selectief is voor de rupsen, is enige voorzichtigheid nodig. Deze bacterie produceert een gif dat het maagdarmstelsel van alle rupsensoorten lam legt. Omwille van de niet-selectieve druk op de volledige rupsen(vlinder)populatie wordt een preventieve behandeling (met dit bacteriepreparaat) in bos-, natuuren valleigebieden sterk afgeraden. De preventieve biologische bestrijding van de eikenprocessierups wordt daarom enkel toegepast in drukbezochte gebieden waar de hinder het jaar voordien ernstig was. Belangrijk te vermelden, is dat de bestrijding van de rupsen (branden en/of opzuigen) enkel aangewezen is in bewoond gebied en langs druk gebruikte wegen en paden. Het hoofddoel van deze bestrijding is onder meer er voor te zorgen dat de hinder voor de bevolking tot een aanvaardbaar minimum wordt herleid. In natuurgebieden wordt eerder aangeraden het gebied tijdelijk voor het publiek af te sluiten en de bestrijding via de natuurlijke vijanden van de rups te laten verlopen. De bestrijding blijft echter een gemeentelijke bevoegdheid en beslissing.
De Provincie zal zoals in de voorgaande jaren, opnieuw eenzelfde monitoring- en waarschuwingsnet uitwerken én de steden en gemeenten tijdig op de hoogte brengen van de ontwikkelingsfases van de rupsen en de te nemen voorzorgs- en bestrijdingsmaatregelen. De Provincie wil in 2009 ook een logistieke ondersteuning uitbouwen die vergelijkbaar is met die van 2007, als de ernst van de aantasting van de eikenprocessierups van dezelfde orde zou zijn. Sensibilisatiecampagnes worden verder ondersteund met affiches en brochures van de Vlaamse Overheid. Alle relevante gegevens over de eikenprocessierups en downloadbare achtergronddocumenten zullen beschikbaar zijn op de website van de Provincie met een link naar de algemene website www.eikenprocessierups.be van de Medische Milieukundigen (MMK). Ten slotte kunnen de steden en gemeenten steeds de nodige bijstand krijgen van de LOGO's voor lokale toelichtingen en waarschuwing voor de gevaren van de aanwezigheid van de eikenprocessierups en de medische aspecten van de hinder van de brandharen van deze rups.
De eikenprocessierups is één van de diersoorten die profiteerden van de geleidelijke verandering (opwarming) van het klimaat. De soort heeft zich nu definitief gevestigd in Nederland ten zuiden van de grote rivieren, in het noorden van Vlaanderen en in het westen van Duitsland. De verspreiding van de rups werd door het PCM in kaart gebracht via jaarlijkse enquêtes bij de Oost-Vlaamse steden en gemeenten. Enkel het noordoosten van de provincie Oost-Vlaanderen (Waasland en Denderstreek) wordt getroffen door deze rups. Vermoedelijk komt de rups al langer voor in deze regio's, maar veroorzaakte ze blijkbaar geen aanwijsbare hinder. De aanwezigheid van de rups was enkel bekend bij enkele vlinderspecialisten. Het is best mogelijk dat de hinder (huiduitslag en jeuk) vroeger niet in verband werd gebracht met de aanwezigheid van de rups.
In de maanden mei, juni en juli kan men op een groot aantal eiken de eikenprocessierups aantreffen. Deze bomen zijn te herkennen aan de specifieke nesten: dichte spinsels van vervellingshuidjes, uitwerpselen en brandharen. 's Nachts trekken de eikenprocessierupsen in optocht (in processie) op zoek naar voedsel (eikenbladeren). De eikenprocessierups kan in sommige gebieden leiden tot een plaag. In plaaggebieden bestaat de overlast uit gezondheidsklachten ontstaan door de brandharen van de rups en uit verminderde vitaliteit van aangetaste bomen door kaalvraat. De gezondheidsklachten bij mens en dier zijn jeuk, huiduitslag of irritatie aan de ogen of luchtwegen. Dat wordt niet enkel veroorzaakt door rechtstreeks contact met de rupsen of hun nesten, maar ook door de bij winderig weer verspreide brandharen in gebieden waar de rups talrijk voorkomt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten